In het voorjaar 2022 ging het registratieproject Leerling-Meester van start in het Prentenkabinet. Het project Leerling-Meester is een van de inhaalbewegingen die Musea Brugge voert op vlak van collectieregistratie, gesubsidieerd door de Vlaamse Overheid. Het volgt op de eerdere subsidieprojecten ‘Verrijk de kijk op Brugge’ en ‘Hub! Van Depot tot digicollectie’.
Het registratieproject 'Leerling-Meester, figuurtekeningen uit de Brugse academie in hun context (1757-1892)' is succesvol afgerond. Dit subsidieproject kreeg de steun van de Vlaamse Overheid. Het project startte in het voorjaar van 2022 met de registratie van figuurstudies, gemaakt door leerlingen van de Academie Brugge in de periode 1757-1892. Met de collectiepresentatie 'Oefening baart kunst' wordt het project nu afgesloten. Alle geregistreerde academische figuurtekeningen, prenten en notitieboekjes van Jan Garemijn zijn bovendien ontsloten op de collectiepagina van Musea Brugge.
Het doel van het subsidieproject was het registreren en ontsluiten van de figuurstudies uit de deelcollectie Academie in het Prentenkabinet. Met de verdiepende registratie van deze verzameling tekeningen (877) en prenten (138) werd de lespraktijk uit de 18e en 19e eeuw onderzocht. De tekeningen zijn van de hand van leerlingen aan de Brugse academie in de periode 1757-1892. Het gaat voornamelijk om prijstekeningen gemaakt tijdens wedstrijden. De onderwerpen van de figuurtekeningen weerspiegelen de drie toenmalige klascategorieën: tekenen naar prenten, tekenen naar gipsen sculpturen en tekenen naar levend model. Er werd enkel getekend met houtskool en zwart, wit of rood krijt op papier. In de laagste klassen kopieerden leerlingen modelprenten: gravures en lithografieën. Beginnende tekenaars leerden de menselijke figuur te bestuderen door composities van grote meesters te imiteren. De idee was namelijk dat je als leerling kon uitgroeien tot meester door naar ‘ideale’ voorbeelden te tekenen, zoals de antieke vormentaal van klassieke sculpturen of de werken van Charles Le Brun, Michelangelo en Rafaël.
Dit denkbeeld zette zich ook in de hogere klassen voort. Zo tekenden de leerlingen daarna naar afgietsels van (vaak klassieke) sculpturen en namen de levende modellen in de hoogste klas erg ‘academische’ poses aan.
Dankzij de verdiepende registratie en ontsluiting van de figuurtekeningen konden er relaties gelegd worden tussen de tekeningen en modelprenten. Deze links waren niet enkel in eigen collectie, maar ook in externe collecties te vinden. Er werd dan ook onderzoek gedaan om de gekopieerde prenten te identificeren. Prentenreeksen geraakten in de loop van de tijd verspreid en bleven niet altijd bewaard. Dit bemoeilijkte het identificatieproces bij het herkennen van het onderwerp, de prent en de prentmaker. Er werden toch 171 van de 250 tekeningen naar prenten geïdentificeerd. Bij dit onderzoek werden matches gevonden met prenten aanwezig in het KASK Gent en KBR Brussel. Deze partnerinstellingen registreerden op vraag van Musea Brugge hun academische prenten zodat we vanuit onze collectiedatabase digitale links kunnen leggen naar de objecten in hun collecties. Op deze manier worden de tekeningen als het ware herenigd met de gebruikte lesmaterialen die als voorbeeld dienden, nl. de prenten.
Directeur Jan Garemijn hield van 1765 tot 1775 een reeks persoonlijke notitieboekjes bij. Daarin noteerde hij het reilen en zeilen van de academie. Als leraar van de klas tekenen naar levend model legde hij ook de poses uit de lessen en wedstrijden vast.
Om de acht notitieboekjes uit onze collectie – samen goed voor meer dan 500 bladzijden – te ontcijferen, lanceerden we in het najaar van 2022 de crowdsourcing-actie Garemijn Ontcijferd. Een groep enthousiaste vrijwilligers slaagde erin om in een recordtempo van twee weken de boekjes volledig te transcriberen en beschrijven. Bovendien konden we de schetsen van Garemijn koppelen aan de bewaarde wedstrijdstudies in onze collectie. Je kan de notitieboekjes online integraal doorbladeren in een IIIF-viewer, met haarscherpe foto’s.
Om de tekeningen, prenten en notitieboekjes online te ontsluiten, werden ze ook allemaal gefotografeerd. De geregistreerde objecten zijn op de collectiepagina van Musea Brugge terug te vinden met een haarscherpe foto dankzij IIIF-technologie. Daarnaast zijn de tekeningen en prenten ook op externe platformen gepubliceerd, zoals erfgoedinzicht.be, vlaamsekunstcollectie.be en wiki. Met de publicatie op Wikimedia Commons en Wikidata wordt de zichtbaarheid van de deelcollectie Academie internationaal sterk vergroot. Tijdens een studiedag op 28 september 2023 werden de resultaten van het project voorgesteld. De onderzoeksresultaten vormden ook de aanzet voor de collectiepresentatie 'Oefening baart kunst. De Brugse academie en de lokroep van het buitenland' in het Groeningemuseum.
De figuurtekeningen gunnen ons een blik op het afgelegde parcours van de leerlingen. We zien ze evolueren van beginnend naar gevorderd tekenaar doorheen de klassen. De collectiepresentatie 'Oefening baart kunst' (Groeningemuseum, najaar 2023- voorjaar 2024) bracht een bijzondere focus op vier oud-leerlingen van de Brugse academie uit de 18e eeuw. Blikvangers van deze presentatie waren de figuurtekeningen van Joseph-Benoît Suvée, die primus werd in het tekenen naar levend model. Enkele notitieboekjes van Garemijn waren ook tentoongesteld. Ze waren te zien in een vitrine voor enkele tekeningen van leerlingen die tijdens Garemijns directoraat werden gemaakt. De directe relatie tussen de objecten werd zo in beeld gebracht. Daarnaast kon je je onderdompelen in het Leerling-meesterverhaal aan de hand van een touchapplicatie. De collectiepresentatie 'Oefening baart kunst' bracht zo het project Leerling-meester I in de aandacht.
Speciale dank gaat uit naar de vrijwilligers van Garemijn Ontcijferd.
Speciale dank gaat uit naar de verschillende partners die meehelpen dit project te realiseren: Koninklijke Bibliotheek Brussel (KBR), Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Gent (KASK), Academie Brugge DKO, VKC en meemoo, Stadsarchief Brugge, Openbare Bibliotheek Brugge, De Plantentuin Meise voor het beheer van het ‘DoeDat’ platform, en KMSKA.