Sluiten

E-tentoonstelling

De Orde van het Gulden Vlies

Millefleur wandtapijt, Brussel (?), ca. 1466 © Bernisches Historisches Museum, Bern, foto Stefan Rebsamen

Tijdens de heerschappij van de Bourgondiërs, meer dan vijfhonderd jaar geleden, ontstaat een belangrijke nieuwe ridderorde, de Orde van het Gulden Vlies.

Zowel in Brugge als op verschillende andere plaatsen in Europa zijn er sporen bewaard van deze exclusieve organisatie, die nu nog steeds bestaat.

Deze e-tentoonstelling vertelt de geschiedenis van de orde, aan de hand van een aantal bijzondere kunstwerken, objecten en documenten.

De stichting van een nieuwe orde

Op 10 januari 1430, de laatste dag van de feestelijkheden van zijn huwelijk met Isabella van Portugal, sticht Filips de Goede in Brugge de Orde van het Gulden Vlies.

De schilder Albrecht De Vriendt vereeuwigt deze historische gebeurtenis meer dan 450 jaar later op één van de muurschilderingen in het Brugse stadhuis. Centraal achteraan op de troon met het baldakijn zit het huwelijkspaar. De orderidders dragen hun typische rode ornaat. De Vriendt schildert in een neogotische stijl, geïnspireerd door de 15e-eeuwse kunst van de ‘Vlaamse primitieven’.

20130121 05 1500x820
Albrecht De Vriendt, ‘De Instelling van de Orde van het Gulden Vlies’, 1895-1900, muurschildering in de ‘Gotische Zaal’ van het Stadhuis van Brugge, Musea Brugge © www.lukasweb.be, foto: Dominique Provost
03 0000 GRO0203 I 700x700 extraboord
Kopie naar Rogier van de Weyden, ‘Portret van Filips de Goede’, tweede helft 15de eeuw, Musea Brugge © www.lukasweb.be

Een select gezelschap

De Bourgondische hertog Filips de Goede stelt zichzelf in 1430 aan het hoofd van de nieuwe orde. Op zijn portret, dat te zien is in het Groeningemuseum, is hij afgebeeld met de ordeketting om zijn hals.

Naast de hertog bevat de orde vier officieren: een schatbewaarder, een wapenmeester, een kanselier en een griffier. Daarnaast zijn er vierentwintig ridders. Dat aantal wordt later iets uitgebreid, maar het blijft strikt beperkt. De leden zijn aangesloten voor het leven, tenzij ze de regels van de orde schenden. Alleen de adellijke elite komt in aanmerking voor het felbegeerde lidmaatschap. De hertog tracht zo de banden met de adel aan te halen en zijn invloed te vergroten.

04 SK WS Dep Prot 1 700x700
Eedkruis van de Orde van het Gulden Vlies, kruis: ca. 1400, standaard: ca. 1453-1467, Kunsthistorisches Museum Wenen © KHM-Museumsverband

Religieuze waarden …

Hoewel de elitaire vereniging zeker een politieke functie heeft, is de godsdienstige functie minstens even belangrijk. Naast loyaliteit aan de hertog en ridderlijke deugden zijn religieuze waarden fundamenteel. De ordeleden moeten trouw zweren aan de katholieke kerk en zich inzetten voor de instandhouding van het geloof.

Tot op de dag van vandaag leggen de nieuwe ridders en officieren de eed af voor het zogenaamde ‘Schwurkreuz’, het ‘Eedkruis’, dat wordt bewaard in het Kunsthistorisches Museum in Wenen. Het is een eenvoudig vormgegeven gouden kruis, bezet met edelstenen (saffieren, robijnen en parels). Het kruis zelf dateert van rond 1400. De standaard is tussen 1453 en 1467 volledig vernieuwd in opdracht van van Filips de Goede. Hij laat er onder meer zijn wapen en insignes in graveren. In het centrale deel van het kruis bergt hij een splinter van het heilig Kruis, waardoor het een relikwiekruis wordt.

20190302 0139 700x700
Gezicht vanuit de bidkapel van Lodewijk van Gruuthuse op de wapenborden van de orderidders boven het koorgestoelte in de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Brugge (centraal het wapenbord van Lodewijk van Gruuthuse), Musea Brugge © www.lukasweb.be, foto: Dominique Provost

… en religieuze voorrechten

De Orde van het Gulden Vlies is erkend door de paus en krijgt pauselijke privileges toegekend. Zo is het bijvoorbeeld toegestaan om in de ziekenkamer van een ridder van de orde een heilige mis te vieren.

De bijeenkomsten, de zogenaamde kapittelvergaderingen, duren verschillende dagen en gaan gepaard met erediensten. De leden van de orde nemen tijdens de missen plaats in het koorgestoelte, wat normaal strikt voor de geestelijken is gereserveerd. Nog altijd hangen in een aantal kerken waar ooit kapittelvergaderingen plaatsvonden de wapenschilden van de ridders boven het koorgestoelte. In Brugge zijn wapenschilden te zien in de Onze-Lieve-Vrouwekerk en in de Sint-Salvatorskathedraal. Ze herinneren aan de bijeenkomsten in respectievelijk 1468 en 1478. Maar ook in bijvoorbeeld Gent, Mechelen en Barcelona vind je wapenschilden boven het koorgestoelte.

Eigen rechtspraak

Een ander opmerkelijk privilege van de ordeleden is dat ze niet veroordeeld kunnen worden door de wereldlijke rechtsmacht. De rechtspraak binnen de orde staat daar boven. De hoogste macht ligt daardoor bij de soeverein van de orde, die toeziet op het naleven van de christelijke, maar ook morele en ethische waarden die alle leden via hun eed hebben onderschreven. Op de kapittelvergaderingen kunnen de leden voor hun daden ter verantwoording worden geroepen. Maar, dit is buiten de creativiteit van bepaalde soevereinen gerekend. Zo is het zeker dat Filips II lijnrecht tegen de regels van de Orde van het Gulden Vlies handelde, wanneer hij de graven van Egmond en Hoorne in 1568 liet terechtstellen. Als hoofd van de orde organiseert Filips II daarna eenvoudigweg geen kapittelvergaderingen meer, zodat hij hiervoor niet ter verantwoording kan geroepen worden.

C12501 10 800x460
Kapittelvergadering van de Orde van het Gulden Vlies, uit: Omgeving van de Meester van Wavrin van Londen, ‘Statuten en Armoriaal van de Orde van het Gulden Vlies’, Brugge, 1481-1486 © The British Library Board, Harley ms. 6199, f. 7r
063237 700x700
Karel de Stoute in het ornaat van het Gulden Vlies, uit: Omgeving van de Meester van Wavrin van Londen, ‘Statuten en Armoriaal van de Orde van het Gulden Vlies’, Brugge, 1481-1486 © The British Library Board, Harley ms. 6199, f. 69r

Ceremoniële kledij

Tijdens de kapittelvergaderingen dragen de leden ceremoniële gewaden en insignes. Voor elke gelegenheid is er een ander kledijvoorschrift. De kerkelijke plechtigheden zijn verdeeld over 3 dagen. Op de eerste dag, de naamdag van Andreas (30 november), beschermheilige van Bourgondië en patroon van de orde, wordt een mis aan deze heilige opgedragen. De leden van de orde dragen op die dag rode gewaden. De tweede dag worden overleden leden herdacht, waarbij de leden zwarte rouwkledij dragen. Tijdens de derde dag wordt een feestelijke mis gevierd ter ere van Maria, eveneens patroon van de orde, in witte met rode kledij.

De kledij van de ordeleden is bekend via beschrijvingen en via afbeeldingen, onder meer in manuscripten. De miniatuur met het portret van Karel de Stoute in het ornaat van het Gulden Vlies komt uit een manuscript met de statuten en armoriaal van de Orde van het Gulden Vlies. Het portret is na zijn dood gemaakt en toont weinig gelijkenissen met de officiële portretten die tijdens zijn leven zijn geschilderd.

08 KK 17 700x700
‘Het mystieke huwelijk van de heilige Catharina met het Christuskind’, centrale voorstelling op het frontaal van het antependium van het Bourgondische parament, Kunsthistorisches Museum Wenen © KHM-Museumsverband

Religieus textiel

De kerken worden tijdens de kapittelvergaderingen versierd met dure wandtapijten, waarop de emblemen van de orde zijn aangebracht. De aanwezige geestelijken dragen prachtige gewaden.

Een indrukwekkend liturgisch ensemble uit de 15e eeuw zijn de zogenaamde 'paramenten van de Orde van het Gulden Vlies'. Paramenten zijn voorwerpen uit textiel die dienen als versiering van een altaar of kledij van een geestelijke. De acht paramenten van de Orde van het Gulden Vlies vormen samen een volledige uitrusting voor een feestelijke hoogmis van de rooms-katholieke kerk. De paramenten zijn van hoogstaande kwaliteit en geborduurd met kostbare materialen, zoals goud en zijde.

Dit is een fragment uit een altaarkleed, met de voorstelling van ‘Het mystieke huwelijk van de heilige Catharina’. De randen van de kledij zijn geaccentueerd met echte parels. De kronen van Maria en Catharina zijn eveneens bezet met parels en met stenen in gekleurd glas.

De paramenten vormen een hoogtepunt in de 15e-eeuwse textielkunst. De detaillering en uitwerking benadert de schilderkunst uit die tijd. De onderdelen zijn gemaakt in opdracht van Filips de Goede en later aan de orde geschonken.

09 H 14 800x460 volledigbeeld
Millefleur wandtapijt, Brussel (?), ca. 1466 © Bernisches Historisches Museum, Bern, foto Stefan Rebsamen

Pracht en praal

Voor de feestelijke optochten tussen het Bourgondisch paleis, waar de vergaderingen plaatsvinden, en de kerk, waar de missen gevierd worden, is de hele stad aangekleed. De wanden van de paleizen zijn behangen met wandtapijten. Die zijn erg duur en etaleren de rijkdom en macht van de eigenaar.

De ‘Millefleur’ (letterlijk: ‘duizend bloemen’) met de heraldische emblemen van Filips de Goede is uniek, omdat we de eigenaar met zekerheid kennen. Het is een zogenaamde ‘verdure’, een bloementapijt. In tegenstelling tot vele andere wandtapijten wordt hier geen verhaal uitgebeeld, maar een zee van bloemen. De schijnbare eenvoud van het onderwerp wil niet zeggen dat dit een minderwaardig tapijt zou zijn, integendeel. De fijne en complexe bloemmotieven vragen een groot ambachtelijk vakmanschap van de makers, die bovendien erg dure materialen, zoals goud en zijde, verwerkten.

0000 GRO0203 I detail 2000x840 2

ante ferit, quam flamma micet

(eerst de slag, dan schittert de vlam), devies van Filips de Goede
11 KK WS XIV 263 5405 700x700 uitgebreid
Ordeketen van het Gulden Vlies, Bourgondische Nederlanden, derde kwart 15de eeuw, Kunsthistorisches Museum Wenen © KHM-Museumsverband

De symboliek van een bijzondere ketting

Het symbool van de orde is een ramsvacht met kop en poten, die door een ring hangt aan een ketting. De ketting zelf is samengesteld uit vuurstenen en vuurslagen. Een vuurslag is een ijzeren staafje met gekrulde uiteinden waardoor het gemakkelijk kan worden vastgehouden. Door de vuurslag met de rechte zijde tegen een vuursteen te slaan, ontstaan vonken. Wanneer de vonken terecht komen op licht ontvlambaar materiaal, zogenaamd tondel, kan vuur gemaakt worden. Vuursteen en vuurslag vormen samen het embleem van Filips de Goede en bij uitbreiding van de Bourgondiërs.

De ordeketen van het Gulden Vlies uit Wenen is de enige uit de 15e eeuw die bewaard is gebleven. Ze is opmerkelijk door haar specifieke opbouw van afzonderlijke losse elementen. De gekrulde uiteinden van de vuurslagen haken in elkaar. Alleen als alle onderdelen verbonden zijn en ze ondergaan een gelijke trekkracht, wordt een eenheid gevormd. De ketting symboliseert zo de ideeën van gelijkheid, broederschap en samenhorigheid binnen de orde.

B OB INC3877 175r 700x700
Het gevecht van Jason met de stieren, uit: Publius Ovidius Naso, Colard Mansion, ‘Metamorphose’, 1484 © Brugge, Openbare Bibliotheek, Inc. 3877, f. 175r

Een mysterieuze naam

De herkomst van de naam van de Orde van het Gulden Vlies heeft al veel inkt doen vloeien. Eén vergezochte verklaring is de allusie op het rode haar van Filips de Goedes echtgenote Isabella van Portugal. Een ander verhaal gaat over het blonde haar van Maria van Crombrugghe, de bekendste van zijn vierentwintig minnaressen.

Meer voor de hand liggend is de verwijzing naar Jason, een held uit de antieke Griekse mythologie. Met zijn schip de Argo leidde hij een groep mannen, de Argonauten, naar Colchis, waar hij het gulden vlies, een gouden ramsvacht, moest bemachtigen. Dankzij de hulp van Medea slaagt Jason in zijn missie. De Romeinse dichter Ovidius schreef het verhaal neer in zijn ‘Metamorfosen’. In de incunabel van de Brugse drukker Colard Mansion, bewaard in de Brugse Openbare Bibliotheek Biekorf, toont een houtsnede het gevecht van Jason met de stieren, één van zijn opdrachten om het vlies te kunnen krijgen.

De mythe speelt vanaf het einde van de 14e eeuw een belangrijke rol aan het Bourgondische hof. Het heldenverhaal van Jason en de Argonauten past in een nieuwe vorm van ridderlijkheid die de Orde van het Gulden Vlies zich aanmeet.

13 Ms9028 fol14v 700x700
Personificatie van de Gerechtigheid, uit: Guillaume Fillastre, ‘Histoire de la Toison d’Or’, tweede volume, ca. 1472 © KBR, ms. 9028, f. 14v

De verantwoording van de naam

Door de sterke christelijke inslag van de orde gaan de leden later op zoek in de bijbel naar vermeldingen van een ‘vlies’. Die vinden ze onder meer in het Oudtestamentische verhaal van Gideon, die via de verschijning van dauw op een wollen vacht een teken van God krijgt (Rechters, 6:37).

Guillaume Fillastre is de tweede kanselier van de Orde van het Gulden Vlies. Onder Karel de Stoute schrijft hij een werk over de deugden van de orde. Het zouden zes delen worden, waarbij telkens één van de zes ‘vliezen’ centraal staat: die uit de Griekse mythologie en de vijf uit het Oude Testament (Rechters, 6:34-38; Genesis 30:32; Koningen 3:4; Job 31:20 en Psalm 72 (71):6). Fillastre kan maar drie delen afwerken. Het eerste deel gaat over de deugd 'moed' en behandelt het verhaal van Jason en de Argonauten.

Het tweede deel is gewijd aan het vlies van Jacob en gaat over de deugd 'rechtvaardigheid'. Deze miniatuur stelt de personificatie van de rechtvaardigheid voor via de mythische figuur Paris. De herdersstaf staat voor de rechtlijnigheid in de rechtspraak.

14 tegel 700x700 uitgebreid
Fragment van een vlaktegel, gevonden tijdens opgravingen op de site Prinsenhof in Brugge © Raakvlak

Getuigen uit de bodem

De hertogen van Bourgondië hebben geen vaste verblijfplaats. Zoals ook aan andere Europese hoven gebruikelijk is tijdens de late middeleeuwen leiden ze een nomadisch leven, trekkend van het ene paleis naar het andere. De meest bezochte residenties zijn het Coudenbergpaleis in Brussel, het Hof ten Walle in Gent en het ‘Palais Rihour’ in Rijsel. In Brugge verblijven de Bourgondiërs aan het Prinsenhof.

Bij opgravingen aan het Prinsenhof zijn heel wat resten uit de Bourgondische periode aan de oppervlakte gekomen. Opmerkelijke vondsten zijn groen geglazuurde tegels. De tegels zijn afkomstig van tegelkachels, die niet alleen dienen als verwarming, maar ook als decoratie van de ruimte. Alleen de rijksten kunnen zich dat soort kachels veroorloven. Ze zijn versierd met heraldiek, florale motieven, dieren en dergelijke meer. Enkele tegels uit het Prinsenhof dragen de voorstelling van een tweekoppige adelaar, het symbool van de keizer van het Heilige Roomse Rijk. Eén ervan is bovendien omringd door de ketting van het Gulden Vlies. De combinatie van die symbolen kan maar naar twee vorsten verwijzen: Maximiliaan van Oostenrijk of Karel V. Eén van die twee leiders heeft wellicht de decoratieve kachel laten bouwen waarvan dit fragment deel uitmaakt.

15 0000 GRO1557 I 700x700 uitgebreid
Meester van de Vorstenportretten, ‘Portret van Lodewijk van Gruuthuse’, ca. 1472-1482, Musea Brugge © www.lukasweb.be, foto: Dominique Provost

Lodewijk van Gruuthuse

Lodewijk van Gruuthuse bouwde een indrukwekkende politieke carrière uit. Naast raadsheer van zowel Filips de Goede als Karel de Stoute, was hij gouverneur van Zeeland, Holland en Friesland. In 1472 benoemt de Engelse koning Edward IV hem als graaf van Winchester. Hij verbouwt het paleis van zijn grootvader, nu nog steeds bekend als het Gruuthusepaleis, en laat het aansluiten bij de Onze-Lieve-Vrouwekerk ernaast. Hij brengt er een van de belangrijkste boekenverzamelingen van Vlaanderen samen.

In 1461 wordt Lodewijk van Gruuthuse ridder van de Orde van het Gulden Vlies. Zijn portret, geschilderd door de Meester van de Vorstenportretten, is tentoongesteld in zijn paleis, het Gruuthusemuseum. Op het portret houdt hij een gebedssnoer vast. De ordeketting van het Gulden vlies is tweemaal afgebeeld: hij draagt ze om zijn hals, en ze omkranst zijn wapenschild, tussen zijn devies, op de originele omlijsting van het schilderij.

20160810 0141 700x700
Grafmonument van Karel de Stoute in de Onze-Lieve-Vrouwekerk, Jacob Jonghelinx, 1558-1562, Musea Brugge © www.lukasweb.be, foto: Dominique Provost

Een orde van Bourgondiërs

Het leiderschap van de Orde van het Gulden Vlies is in handen van de erfgenamen van de Bourgondische hertogen. De eerste leider of soeverein is de stichter Filips de Goede.

Na de dood van zijn zoon Karel de Stoute huwt zijn dochter en erfgename Maria van Bourgondië met Maximiliaan van Oostenrijk. Zo gaat de soevereiniteit van de orde over op de Habsburgers, die de titel van ‘hertog van Bourgondië’ blijven aanhouden.

In de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Brugge vind je het praalgraf van Karel de Stoute, gemaakt van marmer en verguld brons. Het is een halve eeuw jonger dan het praalgraf van zijn dochter Maria van Bourgondië, dat ernaast staat. Het praalgraf van Karel de Stoute is geïnspireerd op dat van zijn dochter en deels gotisch van stijl, maar bevat ook renaissancistische elementen. De hertog is liggend afgebeeld en draagt de ordeketting van het Gulden Vlies om zijn hals. Nabij het praalgraf bevindt zich het koorgestoelte, waarboven de dertig wapenschilden van de ridders van het Gulden Vlies hangen, die herinneren aan de kapittelvergadering van 1468. Het wapenschild van Karel de Stoute is het eerste in de rij.

Joseph Bonaparte700x700
François Gérard, ‘Joseph Bonaparte als koning van Spanje’, ca. 1808, Musée national du Château de Fontainebleau. François Gérard creator QS:P170,Q163543, Joseph Bonaparte - Chateau de Versailles, marked as public domain, more details on Wikimedia Commons

De splitsing van de orde

Wanneer Karel II in 1700 in Spanje overlijdt, eindigt de Habsburgse dynastie en breekt de Spaanse successieoorlog uit. Zowel de Rooms-Duitse keizer Karel VI, aartshertog van Oostenrijk, als koning Filips V van Spanje maken aanspraak op de opvolging van Karel II en nemen zijn titels over. Vanaf dan is de Orde van het Gulden Vlies gesplitst in een Oostenrijkse Orde en een Spaanse Orde. Beide bestaan nog tot op de dag van vandaag.

De Oostenrijkse Orde bezit het archief en de oude insignes, en blijft vasthouden aan de oorspronkelijke statuten. De Spaanse Orde aanvaardt nieuwe voorschriften: sinds de regering van Jozef Bonaparte (de oudere broer van Napoleon) laat de orde ook protestanten toe. De Spaanse tak is dan geen geestelijke orde meer, maar een orde van verdienste. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld leden van het Nederlandse koningshuis lid worden, zoals koningin Beatrix. Koning Albert II van België is zelfs in beide takken ridder van de Orde van het Gulden Vlies.

Meer lezen?

Het Gulden Vlies. Vijf eeuwen kunst en geschiedenis, Brugge, 1962.

H. Fillitz (red.), Schatten van het Gulden Vlies, Brussel, 1987.

B. Hillewaert & E. Van Besien (reds.), Het Prinsenhof in Brugge, Brugge, 2007.

P. Houart & M. Benoît-Jeannin, Histoire de la Toison d’Or. La prodigieuse aventure d’un ordre éblouissant, de Philippe le Bon à nos jours, Brussel, 2006.

H. Kervyn de Lettenhove, La Toison d'Or. Notes sur l'institution et l'histoire de l'Ordre, depuis l'année 1429 jusqu'à l'année 1559, Brussel, 1907.

S. Marti, T.-H. Borchert & G. Keck (reds.), Karel de Stoute (1433-1477). Pracht en praal in Bourgondië, Bern/Brussel, 2009.

A. van Oosterwijk (red.), Staging the Court of Burgundy. Proceedings of the Conference ‘The Splendour of Burgundy’, Londen/Turnhout, 2013.

M. Verkest, In en om de tentoonstelling van het Gulden Vlies, Tongeren, 1907-1908.