Sluiten

Stefaan Delanghe leidt het team van molenaars

25 maart 2020

De Sint-Janshuismolen wordt letterlijk draaiende gehouden door Stefaan Delanghe en zijn team van molenaars. Stefaan is zelf al twee jaar aan de slag als teamcoach. Voor hij coach werd, werkte hij tijdens het molenseizoen ook al gepassioneerd in de molen.

Molenaar Musea Brugge

Wat maakt de molen zo bijzonder?

Stefaan Delanghe: ,De Sint-Janshuismolen is de enige van de vier overblijvende molens op de Kruisvest die nog steeds graan maalt. De molen is een opmerkelijke toeristische be­zienswaardigheid. Hij heeft een grote educatieve waarde en wordt druk bezocht door mensen uit alle hoeken van de wereld. In het buitenland, be­halve in Nederland, zijn dergelijke operationele molens nog moeilijk te vinden. We krijgen wel eens Nederlandse molenaars op bezoek waarmee we ervaringen uitwisselen.’

Je bent zelf teamcoach van de molenaars. Wat zijn jouw dagelijkse taken?

S. Delange: ,Ik stuur de molenaars aan en sta in voor de operationele werking van de molen. Mijn takenpakket is uitgebreid en heel divers: de opvolging van infrastructuurwerkzaamheden, onderhoudswerkzaamheden, de aankoop van graan, ... Ik steek ook zelf de handen uit de mouwen en sta in voor heel praktische zaken. Elke werkdag start met een controle van de molen. Daarna worden de bliksemafleiders verwijderd en wordt de molen klaargestoomd om de bezoekers te ontvangen. Elke avond moeten de bliksemafleiders trouwens worden teruggeplaatst.’

Waarom wilde je zelf molenaar worden?

S. Delanghe: ,Net zoals mijn grootvader studeerde ik voor bak­ker. Ik raakte gefascineerd door het ambacht van molenaar en volgde de molenaarsopleiding van Molenforum Vlaanderen, de koepelvereniging voor molenaars. Molenaar zijn is best bijzonder, want er zijn er niet veel meer. Het is een techni­sche job en dat trekt mij erg aan. Het hele pro­ces van graan tot brood boeit me ook enorm. Ik zou het heel jammer vinden mochten de molens en hun functie verdwijnen. Ik ben heel fier op mijn team van molenaars, want stuk voor stuk zijn ze even gepassioneerd door het ambacht. Het is mooi om die passie te delen. Dat schept een band en zorgt voor een mooie samenwerking. Samen houden we dit Brugse stukje erfgoed beslist nog lang in leven!’