Drie neoclassicistische schilderijen uit het Brugse Groeningemuseum zijn bij ministerieel besluit definitief opgenomen in de Vlaamse ‘Topstukkenlijst’. Het gaat om het portret van Augustin van Outryve door Joseph-Benoît Suvée, het monumentaal schilderij met de voorstelling van de dood van de vrouw van Belisarius door François-Joseph Kinsoen en Lord Byron op zijn sterfbed door Joseph-Denis Odevaere.
Het schilderij van Suvée werd in 2017 aangekocht door de Vlaamse Gemeenschap, die het meteen in langdurige bruikleen gaf aan het Groeningemuseum. Door de opname in de Topstukkenlijst komen deze werken in aanmerking voor een gesubsidieerde conservering en restauratie en kunnen ze niet buiten Vlaanderen worden gebracht zonder voorafgaande toestemming van de Vlaamse overheid.
Eerder dit jaar werden ook al diverse unieke en onmisbare 17e-eeuwse tekeningen en verzamelingen van tekeningen definitief beschermd als Vlaams topstuk. De selectie was het resultaat van een onderzoek door het Rubenianum en de Koninklijke Bibliotheek van België (KBR). Voor al deze tekeningen werd in het onderzoek aangetoond dat ze omwille van hun zeldzaamheid in combinatie met hun artistieke waarde, ijkwaarde, schakelfunctie en/of waarde voor het collectieve geheugen als topstukken moeten worden beschouwd en een plaats op de Topstukkenlijst verdienen. Vier van de geselecteerde tekeningen behoren tot de collectie van Musea Brugge.
Het Topstukkendecreet zorgt voor de bescherming van roerend cultureel erfgoed dat voor de Vlaamse Gemeenschap in Vlaanderen bewaard moet blijven. Het gaat om objecten met een bijzondere archeologische, historische, cultuurhistorische, artistieke of wetenschappelijke betekenis.
“De Topstukkenlijst bevat 796 werken waarvan er zich 86 in Brugge bevinden.”, vertelt schepen van Cultuur Nico Blontrock. “Het grootste deel behoort tot de collectie van Musea Brugge. In totaal beheert Musea Brugge 61 fenomenale topstukken.”
Algemeen Directeur van Musea Brugge Till-Holger Borchert “Als voormalige voorzitter van de Vlaamse Topstukkenraad verheug ik mij erover dat de lijst van werken die ten aanzien van Vlaanderen als onmisbaar beschouwd worden, altijd verder uitgebreid wordt. Dat er dan telkens ook in Brugge topstukken beschermd worden, is – gezien het rijke patrimonium van onze stad – geen verrassing."
1. Joseph-Benoit Suvée (Brugge 1743 – Rome 1807), Portret van Augustin van Outryve, 1782, Olieverf op doek, 211 x 147 cm
2. François-Joseph Kinsoen (Brugge 1771 – Brugge 1839), De dood van de vrouw van Belisarius, ca. 1817, Olieverf op doek, 258 x 217 cm
3. Joseph-Denis Odevaere (Brugge 1778 – Brussel 1830), Lord Byron op zijn sterfbed, 1826, Olieverf op doek, 166 x 234,5 cm
1. Theodoor van Thulden (’s Hertogenbosch 1606-1669), Kop van een herder (?), Rood krijt en houtskool of zwart krijt, penseel in grijs, sporadisch hoogsels in wit, 275 x 210 mm
2. Roelant Savery (Kortrijk 1576 – Utrecht 1639), Boheems rotslandschap, ca. 1603, Pen in bruin, sporen van zwart krijt, 146 x 223 mm
3. David Teniers II (Antwerpen 1610 – Brussel 1690), Studies van steenbakkers, ca. 1645, Grafiet, 115 x 147 mm
4. Pieter Van Sychem (Gent 1660 – actief in Brugge tot 1724/25), Ontwerp voor een schild van het Brugse brouwersgilde, ca. 1695, Pen in bruin, grijs gewassen, sporen van zwart krijt, 315 mm (tondo)