Sluiten

Brieven aan niemand in het bijzonder 6 (de laatste brief)

Zonnestraal na het onweer Coosemans Musea Brugge

Het werk

Zonnestraal na het onweer (Joseph Théodore Coosemans, 1876, Groeningemuseum)

Porcelain id neemt afscheid van hun museumkunstenaarschap.

Bekijk het werk hier

Brief

Zondag 6 juli, Asse

Het einde. Laten we er niet omheen draaien. Het zou kunnen gaan om het comfort in herhaling. Diezelfde uren van ontmoeting in Brugge: 11-13u. De goedemorgen van bekende gezichten en het voorbije dwalen van museumbezoekers.

Wij–K., S. en ikzelf waren altijd getuige van eindes. Van brieven aan eveneens verloren landschappen, muzen, slagvelden en heiligen. Fernand Khnopff had ons drieën kunnen verenigen in een omgekeerde wereld ter nagedachtenis aan een Brugge. Een die voor altijd verbonden is aan het ritme van treinen, camera-equipes, e-mails, stof, kabels, koffie en andere wereldse elementen. We zijn allemaal onderworpen aan de genade van het uitzwaaien, van het doorgeven van een soort fakkel.

'Weggezonken, of beschaamd een scène achterlatend
Is het wreed om aardig te zijn?'

Ik schreef je dit in mijn eerste gedicht voor jou. Vandaag pier ik als een ontmoedigde vogel opnieuw in diezelfde voederplekken die ondertussen van het zaad zijn beroofd. En zo ontsnappen we, zoals in mijn derde brief aan jou nauwelijks, de kluwen van de nostalgie. Er ging mogelijks een lente voorbij, hier en daar ook een zomer en een winter. Liefde nam verschillende vormen aan en zelfs als we het goed hadden, ging ze eraan. Dat gaat zo in een mensenleven. Hoe dan ook, ik denk aan een einde. Hoe doe je dat?

Gesprekken over mijn dagelijkse dwaasheden in steden over heel België. In de hoop in jou de troost te vinden die alleen vreemden in overeengekomen stilte kunnen verdragen. In onze privé kamers en harten zongen we dit en dachten we dat over Brugge. Dit zijn de sluip gangetjes tussen verleden, verf, hout en verlangen. Een fantastische dans. Een die langzaam vooruit schuifelde op het geluid van vele museumgangers. Een specifiek geroezemoes dat nu gekoesterd en vereeuwigd in de opnames.

Ik schrijf u vanuit Asse deze keer, het is een opmerkelijk warme dag voor deze tijd van het jaar. Ik vraag me af of deze erkenning van de tijd die verstrijkt, zal volstaan. Onder de last van het werk van de laatste paar jaar zijn de grote gebaren een dure bedoeling geworden voor geest en lichaam. Ik verlang naar eenvoud. Een goedkeurende zucht langs elkaars passerende gedachtes. Een vriendelijke knik naar eindigheid. Dus als jij aan mij denkt, denk ik waarschijnlijk ook aan u. Dit zal moeten volstaan. Tot ziens vreemdeling, het gaat je goed, Brugge...