Een boeiende najaarslezing over de Sint-Ursula reliekschrijnen van het Sint-Janshospitaal in een breder perspectief.
Op 21 oktober vieren we de naamdag van de heilige Ursula. Deze populaire heilige werd in de middeleeuwen over heel Europa vereerd en aanroepen tegen een plotse dood. Het Museum Sint-Janshospitaal bewaart twee beschilderde reliekschrijnen die gewijd zijn aan Ursula en haar 11.000 maagden. Het wereldberoemde schrijn van Hans Memling en zijn pre-Eyckiaanse voorganger uit ca. 1400. Volgens een oorkonde werden de beenderen van de heilige tijdens een plechtigheid op haar naamdag in 1489 overgebracht van het oude naar het nieuwe schrijn. Deze huisvormige schrijnen spreken tot de verbeelding. Hoe werden ze gebruikt en welke rol speelden ze in het dagelijks leven van onze voorouders? Waarom zijn ze een topstuk?
We vragen het aan kunstwetenschapper dr. Jeroen Reyniers. Zijn expertise ligt vooral bij religieus erfgoed en hij is sinds zijn studies bijzonder geboeid door alles wat met relieken (beenderen van heiligen) te maken heeft. Sinds 2013 is hij verbonden aan het KIK (Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium) waar hij zich specialiseert in het gebruik en de ontstaansgeschiedenis van houten beschilderde reliekschrijnen die in Belgische kerken worden bewaard en die de Beeldenstorm van 1566 hebben overleefd.