Voorstelling van de Bewening op de berg Golgotha op het middenluik, de opdrachtgever Adriaan Reins, vergezeld van zijn patroonheilige de H. Adrianus op het linkerluik en de H. Barbara, typische hospitaalheilige, met haar attribuut, de toren, op het rechterluik. De initialen van de opdrachtgever zijn onderaan op de lijst van het middenluik weergegeven, het jaar waarin het werk tot stand kwam, 1480, bovenaan. In gesloten toestand wordt op het linkerluik de H. Wilgefortis weergegeven; op het rechterluik Maria Egyptica. Olieverf op paneel.

TOPSTUK

Voor alle schilderijen van Hans Memling geldt: hoe beter je kijkt, hoe meer details je ontdekt. En als je goed kijkt naar de vrouwenfiguur links op de buitenzijde van het triptiek, zie je iets bijzonders: ze heeft een baard. De vrouwelijke heilige staat bekend onder vele namen, maar in het Nederlands wordt ze Sint-Ontkommer genoemd. Een aparte naam voor een heilige, en waarom heeft ze eigenlijk een baard? Volgens de legende was Sint-Ontkommer een vrome prinses die door haar vader, een heidense koning in Portugal, werd uitgehuwelijkt aan een andere heidense koning. Omdat ze een gelofte van kuisheid had afgelegd, bad ze tot God om haar te helpen onder het huwelijk uit te komen (vandaar Sint-Ontkommer). God antwoordde door haar een baard te geven. Het verhaal heeft een trieste afloop: haar verloofde wilde niet meer met haar trouwen, en in zijn woede liet haar vader haar kruisigen.