Dit schilderij verbeeldt de parabel waarin Jezus het leven ziet als een reis die over twee wegen kan gaan: over een brede, die door een wijde poort naar de hel voert, of over een smalle, die naar het Eeuwige Leven leidt. De smalle weg wordt hier gesymboliseerd door een steil, kronkelend pad. Enkele mensen met een kruis op hun schouders, begeleid door een engel, klimmen naar de top, richting de hemel. De brede weg gaat door een enorme poort waarbovenop de dood triomferend is weergegeven. Een grote massa mensen trekt er dansend en zingend doorheen, richting de hel, rechts. Op het voorplan zijn mensen in gesprek, nog onbeslist over de te volgen weg. De kledij van de mensen is duidelijk Noord-Nederlands en te situeren omstreeks 1660. Ook de compositie zelf is verwant aan in de Noordelijke Nederlanden uitgevoerde interpretaties.