Close

12 | Netjes gekleed, ook in uw kot! Panden voor een herenvest

Borduren is een geduldwerkje. In deze coronatijden leuk als hobby, in de 18de eeuw een tijdrovende beroepsbezigheid. De Gruuthusecollectie bevat enkele afgewerkte herenvesten die met borduurwerk zijn versierd, maar ook een vest in wording.

XV O 0117 01 Large
Gruuthusemuseum XVI.O.0117, foto: Dominique Provost

Een stuk zijde, op een weloverwogen manier bezaaid met geborduurde bloemen en blaadjes. Om een of andere reden is deze lap zijde niet van de borduurder richting kleermaker gegaan. Want voor hem was dit werkstuk bedoeld: het gaat om onderdelen van een herenvest die door de kleermaker uitgeknipt moeten worden en aan elkaar genaaid tot een goed passend geheel.

Naaipakket

De borduurder heeft hier een aantal onderdelen van een herenvest voorbereid. De grootste onderdelen zijn uiteraard de beide voorpanden. De vorm ervan plaatst het vest in de tweede helft van de 18de eeuw, circa 1775-1785: vesten worden dan stilaan korter en worden onderaan recht afgesneden.

De smalle rechthoekige strookjes zijn de zakkleppen, één voor elk pand. De hoekvormige borduursels zijn waarschijnlijk voor de kraag bedoeld.

XV O 0117 01 knoopjes
Detail van de knoopjes Gruuthusemuseum XVI.O.0117, foto: Dominique Provost

Tussen de zakkleppen zijn een twaalftal cirkeltjes geborduurd – het lijken wel madeliefjes. Daarmee kan de kleermaker de knopen bekleden. Het borduurwerk voor de knopen herhaalt een motief dat ook in de centrale delen van de voorpanden terug te vinden is. Het zit hem in de details!

Zuinig gebruik

Deze werkwijze om de onderdelen uit te zetten en uit te werken noemt men borduren à disposition. Voor de borduurder is het kwestie om de onderdelen zó uit te tekenen, dat er zo weinig mogelijk stof verloren gaat. Het STAM in Gent bewaart een lap zijdesatijn (1785-1800) waarop de onderdelen anders uitgetekend zijn: voor-en achterpand liggen omgekeerd ten opzichte van elkaar en de zakkleppen zijn niet naast maar schuin tegenover elkaar geborduurd.

STAM Gent 11349
Vest, 4de kwart 18de eeuw, STAM Gent 11349

In een volgende fase moet de kleermaker de onderdelen uitknippen en aan elkaar naaien, op maat van de klant. Bij vesten kan de kleermaker door de snit van de achterpand het kledingstuk mooi passend krijgen. Een achterpand valt op deze lap zijde echter niet te bespeuren. Dat is niet abnormaal. Een achterpand maakt de kleermaker meestal uit een andere, goedkopere stof zoals linnen of katoen. Omdat de heren een jas over hun vest dragen, is het achterpand immers zelden zichtbaar. En met deze besparing kan er misschien nog een kanten jabot vanaf…

0000 GRO1285 I detail2
Bernardus Fricx, Het ambacht der smeden, detail (1783), 000.GRO1285.I, © Lukas Arts in Flanders vzw, foto: Dominique Provost