In 1926 schonk Baron Edouard Houtart een groot deel van zijn kunstcollectie aan de stad Brugge. Dit aan weerszijden beschilderde paneel uit Beieren maakte deel uit van de schenking.
Een bijzonder fascinerend schilderij uit de collecties van Musea Brugge is een aan weerszijden beschilderd paneel van omstreeks 1440/1450 uit Beieren. Het schilderij werd in 1926 door Baron Edouard Houtart samen met een groot deel van zijn kunstcollectie aan Brugge geschonken.
De voorzijde van het paneel toont de Kruisiging, op de achterkant is de heilige Dorothea van Cappadocië te zien. Zij is de beschermheilige van vrouwen in het kraambed, mijnwerkers, bierbrouwers, hoveniers, verkopers van bloemen en fruit, stervenden en pasgehuwden.
Volgens de Legenda Aurea – een samenstelling van heiligenlegenden uit de 13de eeuw – werd Dorothea rond 300 ter dood veroordeeld omdat ze haar christelijke geloof niet wilde opgeven. Op weg naar haar executie riep ze de naam van Jezus Christus die ze als haar bruidegom beschouwde. Een jonge man spotte met haar en zei dat hij Christus zou worden indien ze hem bloemen en appelen uit de tuin van haar bruidegom zou bezorgen. Op dit moment verscheen het Jezuskind met een mand vol bloemen en appelen. De jongeman bekeerde zich ter plekke en werd samen met Dorothea geëxecuteerd.
De schilderij toont de Heilige Dorothea met een bloemenboeket en een mand met bloemen en appelen, die het kind Jezus haar aanreikt. De achtergrond bestaat uit groen loofwerk. Het lijkt alsof Jezus en Dorothea samen door hun tuin wandelen.
De Italiaanse kunstenaar Francesco di Giorgio schilderde het onderwerp in Siena ruim 15 jaar later nog op een heel gelijkaardige manier. Hij gebruikte in plaats van het loofwerk de traditionele gouden achtergrond.
De Kruisiging op de voorkant heeft ook zo’n traditionele gouden achtergrond. Samen met de gouden aureolen krijgt het tafereel zo een plechtige karakter. De gekruisigde Christus is centraal afgebeeld. Zijn bleke lichaam is met bloed bedekt en vertoont sporen van martelingen. Een opmerkelijk detail is de metalen houder boven de dwarsbalk met daarin een banderolle met de inscriptie INRI (Iesus Nazarenus, Rex iudaeorom). Maria en Johannes staan naast het kruis, vergezeld door drie treurende vrouwen links en rechts drie soldaten.
Maria en Johannes staan naast het kruis, vergezeld door drie treurende vrouwen links en rechts drie soldaten. De schedel onderaan het kruis is een allusie op de legende dat het kruis op de berg Golgotha werd opgericht waar Adam was begraven. De symbolische betekenis van de schedel is duidelijk: de zonde van de eerste mens maakt de dood van Christus noodzakelijk. Niet zonder humor beeldt de anonieme kunstenaar onderaan het kruis – op de kant van de soldaten – een grimmige hond af die naar de schedel blaft.
De anonieme schilder was tussen 1445 en 1455 actief in Beieren. Stilistisch sluit de Kruisiging aan bij het werk van de Meester van het Tucher-altaarstuk, een kunstenaar die tussen 1430 en 1440 in Nürnberg actief was. Mogelijk werd de vervaardiger van het Brugse paneel bij hem opgeleid tot schilder.
De naam van de schilder is niet bekend, maar zijn manier van schilderen vertoont karakteristieke kenmerken, zoals zachte plooien, glanzend inkarnaat en heel typerende gelaatstrekken. Deze kenmerken vindt men terug op een schilderij waarvan de noodnaam van de kunstenaar is afgeleid: De Meester van de Madonna van Wolfhard Strauss.
Dit schilderij van Maria met het Jezuskind was in 2010 in Brugge tentoongesteld op de expo Van Eyck tot Dürer. Het werd in opdracht van Wolfhard Strauss geschilderd. Strauss was tussen 1432 en 1452 abt van de machtige abdij St. Emmeram in Regensburg (Beieren). Om gezondheidsredenen gaf hij zijn ambt 1452 op en bestelde het paneel als onderdeel van een memoriestichting. Hij overleed in 1454.
Het schilderij, dat nog steeds in de voormalige kloosterkerk van St. Emmeram in Regensburg hangt, toont Maria met het kind op een met brokaat gedecoreerde troon; twee engelen houden haar een kroon boven het hoofd. De biddende abt Wolfhard Strauss is links knielend afgebeeld in het ornaat en met de tekens van zijn ambt. Hij is veel kleiner dan de Maagd en het schaalverschil houdt rekening met grotere belang van heiligen tegenover de gewone sterfelijke mens. Dit is een fenomeen van middeleeuwse kunst dat betekenisperspectief wordt genoemd.
Het tafereel vertoont nog andere elementen van middeleeuwse kunst zoals schematisch afgebeelde planten op het gazon en de gouden achtergrond die op het moment waarop het werk werd geschilderd in Brugge en elders in Vlaanderen al verouderd waren.
Toch heeft de Meester van de Madonna van Wolfhard Strauss naar schilderijen van de Vlaamse Primitieven gekeken: de positie van de Maagd en kind gaat terug op Jan van Eycks Lucca-Madonna van c. 1435 (Frankfurt, Städel Museum). Hij herhaalt de figuren vermoedelijk niet omwille van zijn bewondering voor Van Eyck, maar omdat de Lucca-Madonna een bijzondere verering genoot.
We weten niet precies hoe de anonieme Beierse kunstenaar kennis had van het paneel van Jan van Eyck. Het is uiteraard mogelijk dat hij een tijdje in Vlaanderen verbleef. Want ook voor de Brugse Kruisiging deed hij beroep op motieven van de Vlaamse Primitieven. De naar omhoog kijkende man is rechtstreeks geïnspireerd op een fragment van een verloren triptiek met de Kruisafneming van de Meester van Flémalle dat mogelijks in de Brugse Sint-Jakobskerk was opgesteld .
De Brugse Kruisiging is naar alle waarschijnlijkheid het middenpaneel van een triptiek. Het Bayerisches Nationalmuseum in München bewaart twee panelen met de Heilige Dorothea en de Heilige Catharina, zouden de verdwenen zijluiken van het Brugse paneel kunnen zijn.