Musea Brugge heeft bij Van de Wiele Veilingen een werk aangekocht van de onovertroffen grootmeester James Ensor (1860-1949). Het laatste puzzelstuk van Ensors Zeven Hoofdzonden.
Op de najaarsveiling van Van de Wiele Veilingen kon Musea Brugge een met de hand ingekleurde ets van James Ensor aankopen die de zeven hoofdzonden voorstelt. De koperets fungeerde als het ‘frontispice’, het voorblad van het album ‘Les Péchés capitaux’: een satirisch album met acht etsen waarin Ensor een traditioneel thema uit de christelijke moraal actualiseert, gepubliceerd in 1904. Het album werd voorzien van een voorwoord door zijn goede vriend Eugène Demolder, van wie in het Groeningemuseum een intrigerend portret hangt van Ensors hand dat sinds 2004 deel uitmaakt van de collectie van Musea Brugge.
We waren al in bezit van de zeven afzonderlijke prenten uit het album (zie onderaan de pagina). De werken werden door Ensor bijgekleurd en behoren tot het beste van zijn later grafisch werk. Maar tot nu toe ontbrak de achtste prent uit de reeks: het frontispice waarop de personificaties van de zonden onder de zwarte vleugels van een doodshoofd zijn voorgesteld. We zijn dan ook bijzonder verheugd dat we deze lacune in onze collectie konden invullen.
De aangekochte prent toont een gevleugeld skelet dat over de personificaties van de zonden zweeft. Links staat een soldaat die de hoogmoed symboliseert. Naast hem prijkt de gierigheid met een goed gevulde beurs. Het volgend koppel toont een razende vrouw (woede) en een hitsige man (lust). Gulzigheid wordt gesymboliseerd door een man die een worst verslindt. Naast hem dreigt afgunst met een mes, waarvan het lemmet met bloed besmeurd is. Uiterst rechts herkennen we de luiheid die in een nachtjapon gekleed is, waarover een slak kruipt.
Tot nu toe had onze collectie in totaal negentien met de hand ingekleurde etsen van James Ensor, die tussen 1995 en 1998 verzameld werden door conservator Dirk De Vos. Met deze laatste ontbrekende ets uit de reeks van de zeven hoofdzonden komen we nu aan een totaal van twintig handgekleurde prenten. Samen met het schilderij ‘Icône. Portret van Eugène Demolder’ (1893) bieden ze een representatief staal van de diverse thema’s die Ensor in zijn werk hanteerde.