Onderzoeksproject: Kunst en wetenschap - Astronomia’s attributen | Musea Brugge Skip to main content
Tickets

Onderzoeksproject: Kunst en wetenschap - Astronomia’s attributen

Longread
“In haar handen een hemelsfeer en een passer,
want het is haar taak om de hemel te meten en de bewegingen ervan te bepalen.”(i)

Voor het onderzoek van de geschiedenis van de wetenschappen vormen de voorstellingen van wetenschappelijke instrumenten op bijvoorbeeld schilderijen, wandtapijten of prenten een interessante bron van informatie. Op het portret van een wetenschapper verduidelijken ze de specialisatie of misschien zelfs de realisaties en ontdekkingen van de geportretteerde. Op historische of mythologische taferelen lijken de instrumenten soms eerder illustratieve toevoegingen, maar kunnen ze bij nader inzien toch verrassende inzichten bieden in de op dat moment actuele wetenschappelijke kennis. In dit artikel worden enkele voorbeelden onder de loep genomen van collectiestukken van Musea Brugge waarop wetenschappelijke instrumenten worden afgebeeld als attribuut van Astronomia, de personificatie van de astronomie.

Astronomie versus astrologie

De nachtelijke hemel vormt vanuit ons menselijk perspectief een gigantisch bewegend systeem dat we al millennia bewonderen en bestuderen. De sterren lijken (althans binnen onze menselijke tijdservaring) allemaal samen rond de aarde te bewegen. Tussen die zogenaamde ‘vaste’ sterren dwalen, schijnbaar eerder willekeurig, enkele andere hemellichamen, die we ‘planeten’ hebben genoemd (planetes in het Grieks betekent ‘dwalers’). De zon en de maan vallen aanvankelijk ook onder die term. De studie van de sterren en de planeten heet astronomie (afkomstig van het Griekse astron (‘ster’) en nomos (‘wet’)). Die natuurwetenschap onderzoekt dus de wetmatigheden van de hemellichamen. Astrologie daarentegen, is een toepassing van astronomie die nu niet meer als wetenschap beschouwd wordt, maar er wel lange tijd heel nauw mee verbonden was. Astrologie (afkomstig van het Griekse astron (‘ster’) en logos (‘theorie’)) verklaart en voorspelt gebeurtenissen op aarde door de stand van de sterren en planeten, die hierop invloed zouden hebben of ze zelfs zouden bepalen. Astronomie en astrologie zijn eeuwenlang samen onderzocht en toegepast, waardoor de termen in de geschiedenis soms door elkaar zijn gebruikt.

Alhoewel zowel astronomie als astrologie door veel geleerden voor hem zijn beoefend, speelt Claudius Ptolemaeus een belangrijke rol in de Europese geschiedenis van beide vakgebieden. In de tweede eeuw van onze tijdrekening beschrijft hij de actuele kennis en zijn ideeën hierover in respectievelijk zijn ‘Almagest’ en zijn ‘Tetrabiblos’.

Longread Astronomias Attributen afb1 0000 GRO0399 I
Anonieme meester, Astrologia, tweede helft zeventiende eeuw, olieverf op doek, 93 cm x 76 cm (met lijst), Brugge, Musea Brugge, inv. nr. 0000.GRO0399.I, © Musea Brugge, foto Dominique Provost

Astronomia, één van de zeven vrije kunsten

Tijdens de oudheid en de middeleeuwen omvat het curriculum van de Europese opleidingen gewoonlijk een scholing in de zogenaamde vrije kunsten (artes liberales). Ze worden onderverdeeld in het drietal (trivium) grammatica, retorica en logica, en het viertal (quadrivium) geometrie, aritmetica, muziek en astronomie. (ii) Samen creëert dit leerprogramma een opleiding die vooral wetenschappelijke kennis en zelfstandig denken tot doel heeft, in tegenstelling tot bijvoorbeeld opleidingen die resulteren in de praktische ervaring van een ambacht.

De zeven vrije kunsten worden vaak afgebeeld als allegorieën, onder meer op schilderijen, tekeningen, prenten of wandtapijten. Elke kunst wordt daarbij voorgesteld door een personificatie met specifieke en kenmerkende attributen. De personificatie van de astronomie wordt gewoonlijk voorgesteld als een vrouw in een hemelsblauw gewaad, met sterren rond haar hoofd. Haar attributen zijn onder meer een passer en een hemelsfeer, en vaak ook een staf of scepter. (iii)

Het meten van de hemel

Een anoniem schilderij uit de collectie van Musea Brugge (0000.GRO0399.I) sluit duidelijk aan bij deze traditie. Op haar witte onderhemd zijn een gouden zon en maan geborduurd. Onderaan op het schilderij staat het opschrift ‘ASTROLOGIA’.

De vrouw houdt een passer in haar rechterhand. (iv) Dit instrument bestaat uit twee gelijke benen die met een scharnier zijn verbonden. Soms kunnen de benen in een bepaalde hoek vastgezet worden. Ondanks de relatieve eenvoud heeft het instrument veel toepassingen en zijn er daardoor tal van lichte variaties in de vorm mogelijk. (v) Een passer dient niet alleen om cirkels te tekenen, maar onder meer ook om afstanden over te nemen, bij het tekenen of bij het vervaardigen van kaarten. Het is daarom een belangrijk navigatie-instrument. Astronomia/Astrologia lijkt hier, met haar blik naar boven gericht, een afstand aan de hemel te meten, om die over te zetten op de hemelglobe onder haar hand. Want het is “haar taak om de hemel te meten en de bewegingen ervan te bepalen”. (vi)

Longread Astronomias Attributen afb2 0000 GRO0399 I det1
Detail uit: Anonieme meester, Astrologia, tweede helft zeventiende eeuw, olieverf op doek, 93 cm x 76 cm (met lijst), Brugge, Musea Brugge, inv. nr. 0000.GRO0399.I, © Musea Brugge, foto Dominique Provost

Projectie

Een hemelglobe is een bolvormige voorstelling van de sterrenhemel. Het is een instrument waarmee de positie en beweging van de ‘vaste’ sterren kan gedemonstreerd worden. Anders dan op een aardglobe, die de aarde en zeeën (deels) weergeeft zoals we die vanop de aarde zien, is op een hemelglobe de weergave ‘gespiegeld’. Door de projectie van de sferische sterrenhemel (die zich rondom ons bevindt) op een globe (die zich naast ons bevindt), lijkt het alsof we vanuit een goddelijk perspectief naar de afbeelding op de hemelglobe kijken.

Naast de posities van de sterren zijn op een hemelglobe gewoonlijk ook de sterrenconstellaties of sterrenbeelden weergegeven. Zo zien we bovenaan op de hemelglobe op het schilderij, net onder de hand van Astrologia, het sterrenbeeld Ursa Major (Grote Beer) schetsmatig getekend. Binnenin het sterrenbeeld zijn enkele van de helderste sterren aangeduid. Onderaan staan rudimentaire schetsen van (vermoedelijk) de sterrenbeelden Cancer (Kreeft) en Leo (Leeuw). Die twee tekens bevinden zich op de ecliptica, de denkbeeldige lijn waarop de zon haar vanop de aarde schijnbare baan tussen de sterren beschrijft, en zijn dus tekens van de dierenriem of zodiak. Rechts op de globe is nog een sterrenbeeld in de vorm van een figuur te zien, mogelijk is dat het (niet helemaal correct geplaatste) sterrenbeeld Boötes (Ossenhoeder). Tenslotte zijn er ook meridiaanlijnen weergegeven, dat zijn de denkbeeldige lijnen die door zowel de noordpool als de zuidpool lopen.

Longread Astronomias Attributen afb3 0000 GRO0399 I det2
Detail uit: Anonieme meester, Astrologia, tweede helft zeventiende eeuw, olieverf op doek, 93 cm x 76 cm (met lijst), Brugge, Musea Brugge, inv. nr. 0000.GRO0399.I, © Musea Brugge, foto Dominique Provost

Een ongewoon attribuut

In haar linkerhand houdt Astrologia een soort staf vast. Dit attribuut symboliseert de heerschappij van de sterren over de aardse gebeurtenissen. Maar bij nader onderzoek van de afbeelding is het duidelijk dat het hier eigenlijk gaat om een meetinstrument, meer bepaald een jakobsstaf. Dit instrument is voor het eerst beschreven in de veertiende eeuw door de Franse wetenschapper en rabbi Levi ben Gershom (of Gersonides). Het is een vrij simpel instrument om hoeken te meten. Het heeft de vorm van een lange stok met vierkante doorsnede en één of meerdere verschuifbare dwarslatten. Om te meten moet men de lange stok tegen de wang houden en erlangs kijken, met de onderzijde van de dwarslat in het gezichtsveld ter hoogte van de horizon. Door de dwarslat te verschuiven tot het bovenste uiteinde ervan overeenkomt met de zon of de poolster, kan, via een schaalverdeling op de stok, de hoek van de zon of de poolster afgelezen worden. Zo is het mogelijk om de breedtegraad van de meetlocatie te berekenen. Op een gelijkaardige manier kunnen andere hoeken gemeten worden, bijvoorbeeld tussen twee hemellichamen. De jakobsstaf is onder meer door het eenvoudige gebruik en de relatieve nauwkeurigheid een belangrijk navigatie-instrument geweest. Het instrument is geen traditioneel attribuut van Astronomia, maar vormt hier een bijzonder passende en veelzeggende adaptatie van de schilder.

Longread Astronomias Attributen afb4 XVII 1972 0056
Cornelis Schut (I) (ontwerper), Astrologia, ca. 1673, wol en zijde, 383 cm x 318 cm, Brugge, Musea Brugge, inv. nr. XVII.1972.0056, © Musea Brugge, foto Dominique Provost

Actuele kennis

Op een zeventiende-eeuws wandtapijt uit de collectie van Musea Brugge (XXVII.1972.0056), naar een ontwerp van Cornelis Schut, zien we een meer uitgewerkte voorstelling van Astronomia/Astrologia. Een gevleugelde vrouw met blauw gewaad en sterrenkrans rond haar hoofd houdt in haar linkerhand een staf vast; naast haar zit een adelaar. Aan haar voeten rust een antiek geklede man die waarschijnlijk Ptolemaeus voorstelt. (vii)

Longread Astronomias Attributen afb5 XVII 1972 0056 det
Detail uit: Cornelis Schut (I) (ontwerper), Astrologia, ca. 1673, wol en zijde, 383 cm x 318 cm, Brugge, Musea Brugge, inv. nr. XVII.1972.0056, © Musea Brugge, foto Dominique Provost

Voor haar staat een hemelglobe. De globe is vrij groot en neemt een prominente positie in op het wandtapijt. Hij lijkt ook vreemd gedraaid, met de in de zuidpool convergerende meridiaanlijnen naar de kijker gericht. Tal van sterrenbeelden zijn te herkennen, met de meest duidelijke bovenaan op de hemelglobe: Taurus (Stier), Orion, Gemini (Tweelingen), Cancer (Kreeft), Canis Minor (Kleine Hond), Monoceros (Eenhoorn), Hydra (Waterslang), Crater (Beker), Columba (Duif), Eridanus (Rivier), Hydrus (Kleine Waterslang), Dorado (Goudvis), Argo (Argo Navis of Schip). Het laatstgenoemde sterrenbeeld is sinds het midden van de achttiende eeuw opgedeeld in drie kleinere sterrenbeelden, maar hier neemt het nog een centrale grote plaats in op de globe. Rechtsonder, nabij de zuidelijke pool, zijn enkele sterrenbeelden moeilijk identificeerbaar in een donkere zone. Vermoedelijk staan daar Triangulum Australe (Zuiderkruis), Apus (Paradijsvogel) en Chamaeleon (Kameleon) of Volans (Vliegende Vis).

De basis voor onze huidige 88 sterrenbeelden zijn de 48 die Ptolemaeus in de tweede eeuw in zijn ‘Almagest’ beschreef. Pas vele eeuwen later, op het einde van de zestiende eeuw, voert de Zuid-Nederlandse astronoom en cartograaf Petrus Plancius daar voor het eerst nog eens 12 nieuwe sterrenbeelden aan toe. Hij baseert zich daarvoor op de beschrijvingen van de Nederlandse zeevaarders Pieter Dirkszoon Keyser en Frederick de Houtman. De nieuwe sterrenbeelden zijn onder meer Goudvis, Zuiderkruis, Paradijsvogel, Kameleon en Vliegende Vis, en veelal vernoemd naar de dieren die de Nederlanders op hun reizen hadden gezien. Met deze voorstelling wil de kunstenaar ongetwijfeld die actuele zeventiende-eeuwse astronomische kennis etaleren. Bovendien lijkt, ondanks de verbleekte kleuren, de vlag op het Schip Argo de Nederlandse vlag te zijn, en daarmee te verwijzen naar de herkomst van de beschrijvers van die voor Europa nieuwe wetenschappelijke informatie.

Heerschappij van de sterren

De staf in Astronomia’s linkerhand wijst naar de hemel en symboliseert de heerschappij van de sterren over de gebeurtenissen op aarde. (viii) Dit kan enerzijds geïnterpreteerd worden als de mogelijkheid tot het maken van astrologische voorspellingen dankzij astronomische kennis. Anderzijds kan dit impliceren dat astronomische kennis een belangrijk hulpmiddel vormt bij bijvoorbeeld praktische tijds- en plaatsbepalingen in onder meer landbouw en zeevaart. De Latijnse inscriptie in de cartouche bovenaan op het wandtapijt ondersteunt die betekenis: Coelum speculando terram et aequor arare docet (‘Door de hemel te bestuderen leert [Astronomia] de aarde te bewerken en de zeeën te bevaren’).

Longread Astronomias Attributen afb7 XVII O 0011 det01
Detail uit: Cornelis Schut (I) (ontwerper), De zeven vrije Kunsten, ca. 1675-1680, wol en zijde, 366 cm x 518 cm, Brugge, Musea Brugge, inv. nr. XVII.O.0011, © Musea Brugge, foto Dominique Provost

Hemelringen

Op een ander zeventiende-eeuws wandtapijt, eveneens naar een ontwerp van Cornelis Schut, dat alle zeven vrije kunsten afbeeldt (XVII.O.0011) wijst Astronomia opnieuw met een staf naar de hemel. Ze staat uiterst links, in haar blauwe kledij, met vleugels en sterren rond haar hoofd. Op de grond naast haar staat een hemelsfeer of armillarium als attribuut. In tegenstelling tot een hemelglobe toont dit wetenschappelijk instrument geen sterren of sterrenbeelden op een gesloten bolvorm. Een armillarium (de naam is afgeleid van het Latijnse armilla, ‘armband’) bestaat uit verschillende ringen rond een kleine centrale bol. Het is een complex instrument dat al sinds de oudheid gekend is. Centraal bevindt zich de aarde. De ringen errond representeren de belangrijkste denkbeeldige ringen aan de hemel, zoals de evenaar, de Kreeftskeerkring en de Steenbokskeerkring en eventueel de twee poolcirkels. Naast die drie of vijf horizontale ringen is steeds ook de daarop schuin geplaatste ecliptica weergegeven, en gewoonlijk één of meerdere verticale meridiaanlijnen en een horizonlijn. Een armillarium kan gebruikt worden als demonstratie-instrument, om de schijnbare beweging van de sterren en de zon te verduidelijken, maar ook als reken-instrument, bijvoorbeeld voor de berekening van de daglengte of het moment van de opkomst of het ondergaan van de zon. Als symbool van kennis is het vaak afgebeeld op portretten van wetenschappers. Op de vlag van Portugal staat er nog steeds een armillarium als symbool voor ontdekking en vooruitgang.

Foute weergave

De afbeelding op het wandtapijt toont een eerder onduidelijk opgebouwd armillarium, deels verstopt achter een andere personificatie van één van de zeven vrije kunsten. De buitenste ringen vormen waarschijnlijk het frame van het armillarium. Centraal zien we de kleine aardbol. De ecliptica, de platte brede ring, is hier zo gepositioneerd dat het punt van de zomerzonnewende naar de kijker is gericht. Alle andere ringen lijken onvolledig, niet rond of in ieder geval verwarrend geplaatst.

Er is nog een ander collectiestuk van Musea Brugge waar het armillarium als attribuut van Astronomia is afgebeeld, namelijk Antonius Claeissens’ schilderij ‘Mars omringd door de Kunsten en Wetenschappen, overwint de Onwetendheid’ uit 1605 (0000.GRO0680.I). Uiterst links staat Astronomia, deze keer alleen te herkennen aan het armillarium dat ze recht omhoog houdt, hier haar enige attribuut. De hemelsfeer is uiterst nauwkeurig en duidelijk geschilderd. We zien een verticale as waarop in het midden een subtiele verdikking de aardbol aanduidt. Errond bevinden zich twee verticale meridiaanringen. Opvallend is dat er vier horizontale parallelle ringen zijn, op ongeveer gelijke afstand van elkaar, en dat de schuine brede ring van de ecliptica tussen de bovenste en de onderste horizontale ring loopt. Deze weergave is niet correct.

Longread Astronomias Attributen afb8 0000 GRO0680 I
Detail uit: Antonius Claeissens, Mars omringd door de Kunsten en Wetenschappen, overwint de Onwetendheid; ca. 1605, olieverf op doek, 212 cm x 295,5 cm (met lijst), Brugge, Musea Brugge, inv. nr. 0000.GRO0680.I, © Musea Brugge, foto Dominique Provost

De ecliptica representeert de schijnbare baan die de zon gedurende een jaar aan de hemel volgt. Die baan staat ongeveer 23,5° schuin ten opzichte van de evenaar. In haar meest noordelijke positie staat de zon dus op ongeveer 23,5° noorderbreedte. Dat is het moment van de zomerzonnewende in het noordelijke halfrond. Op een hemelglobe is dit gemarkeerd met de lijn van de Kreeftskeerkring, parallel aan de evenaar. Het moment dat de zon in haar uiterst zuidelijke positie staat, op ongeveer 23,5° zuiderbreedte, is de winterzonnewende en is gemarkeerd met de Steenbokskeerkring. Waar de ring van de ecliptica de evenaar kruist bevinden zich de twee momenten van de equinoxen, overal op aarde is dan de dag en de nacht precies even lang. Doorgaans is op een armillarium zeker de evenaar aangeduid, wat hier niet het geval is. De ecliptica staat hier bovendien veel te schuin en verbindt twee parallelle ringen die zeker niet de keerkringen kunnen zijn, want ze staan enerzijds te dicht bij de polen, en anderzijds zijn er geen twee andere belangrijke hemelringen die op regelmatige afstanden tussen de keerkringen staan. Het armillarium is hier bijgevolg als wetenschappelijk instrument onjuist geschilderd. Toch kan gesteld worden dat het als symbool een doeltreffende weergave vormt van het attribuut van Astronomia.

Conclusie

Als personificatie van de astronomie (en bij uitbreiding astrologie) heeft Astronomia enkele belangrijke wetenschappelijke instrumenten als attribuut. Die benadrukken de grondige kennis die nodig is voor de beoefening van deze kunst/wetenschap. Sommige instrumenten, zoals het armillarium, zijn zo complex dat we uit de afbeelding ervan kunnen afleiden of de kunstenaars ze voldoende kenden en begrepen, wat lang niet altijd het geval lijkt te zijn. Andere instrumenten, zoals de hemelglobe, lenen zich ertoe om op een subtiele manier de actuele wetenschappelijke kennis te demonstreren.

door Guenevere Souffreau

Noten

(i) Vrije vertaling van een fragment van de tweede definitie van “Astrologia” in: Cesare Ripa, Iconologia Overo Descrittione Di Diverse Imagini cauate dall'antichità, & di propria inuentione (Rome, 1593), 20.

(ii) Deze zeven vrije kunsten gaan terug op de beschrijvingen in het vijfde-eeuwse standaardwerk De nuptiis Philologiae et Mercurii van Martianus Capella.

(iii) Een belangrijke bron om die voorstellingen te interpreteren is de ‘Iconologia’ van de Italiaan Cesare Ripa uit 1593 (in 1603 heruitgegeven met afbeeldingen), waarin drie definities van “Astrologia” worden vermeld. Zie: Ripa, Iconologia, 20-21. In de uitgave van 1603 behoudt Ripa dezelfde drie definities, maar in een andere volgorde. De eerste Nederlandse vertaling is van Dirck Pietersz. Pers en werd in 1644 uitgegeven in Amsterdam.

(iv) Dit komt overeen met Ripa’s tweede definitie van “Astrologia”, zie: Ripa, Iconologia, 20. De term ‘compasso’ in het Italiaans betekent zoals in het Engels niet alleen ‘kompas’, maar ook ‘(steek)passer’. Hier gaat het om de laatstgenoemde betekenis.

(v) Henry Michel, Instrumenten van de wetenschappen in de kunst en de geschiedenis (Albert De Visscher, 1972), 18.

(vi) Ripa, Iconologia, 20.

(vii) Volgens Martianus Capella, grondlegger van de beschrijving van de zeven vrije kunsten, wordt Astronomia steeds begeleid door Ptolemaeus. Sterren in Beelden. Astrologie in de eeuw van Mercator (Stadsbestuur Sint-Niklaas / vzw Mercator 1994, 1994), 152.

(viii) Ripa, Iconologia, 20-21.

Beknopte bibliografie

Delmarcel, Guy, en Duverger, Eric. Brugge en de tapijtkunst. Stad Brugge / Louis De Poortere, 1987.

Michel, Henry. Instrumenten van de wetenschappen in de kunst en de geschiedenis. Albert De Visscher, 1972.

Ripa, Cesare. Iconologia Overo Descrittione Di Diverse Imagini cauate dall'antichità, & di propria inuentione. Rome, 1593.

Sterren in Beelden. Astrologie in de eeuw van Mercator. Stadsbestuur Sint-Niklaas / vzw Mercator 1994, 1994.

Tezmen-Siegel, Jutta. Die Darstellungen der septem artes liberales in der Bildenden Kunst als Rezeption der Lehrplangeschichte. Tuduv, 1985 (= Tuduv-Studien. Reihe Kunstgeschichte, 14).

Turner, Anthony. Early Scientific Instruments. Europe 1400-1800. Sotheby’s Publications, 1987.

Vermeersch, Valentin. Zilver en wandtapijten. Catalogus. Gruuthusemuseum Brugge. Stad Brugge, 1980.

Vlieghe, Hans. Stedelijke Musea Brugge. Catalogus Schilderijen 17de en 18de eeuw. Vrienden van de Stedelijke Musea Brugge, 1994.