Vervaardiger
Michelangelo (beeldhouwer)Periode en datering
16de eeuwDe sculptuur is gebeeldhouwd uit wit marmer van Carrara, waar Michelangelo persoonlijk de blokken voor zijn creaties ging selecteren. Het is het eerste van slechts enkele werken van de kunstenaar die Italië verlaten tijdens zijn leven. Lange tijd was men overtuigd dat de Madonna gemaakt was voor het Piccolomini-altaar in de kathedraal van Siena, maar die theorie werd finaal weerlegd enkele jaren terug.
Het beeld combineert heel wat vernieuwende en baanbrekende elementen. Het Jezuskind wordt frontaal staand als naakte peuter weergegeven. Hij maakt zich met veel beweging in zijn lichaam los uit de schoot van zijn moeder, een beweging die geaccentueerd wordt door het indrukken van de stof van het gewaad van Maria en de symbolische prik in de heup van het Nieuwe Testament. De techniek om deze diversiteit van dynamiek in het lichaam weer te geven wordt door andere kunstenaars pas meer dan een eeuw later ontwikkeld.
Daarnaast zijn beide figuren anatomisch realistisch, gedetailleerd en natuurlijk weergegeven. Maria is volledig klassiek gekleed en dit lijkt te contrasteren met het Jezuskind door de veelheid aan textiel die niet overal haar lichaam raakt. Met serieuze blik presenteert ze haar zoon met de zware taken die voor hem liggen in gedachten. De details tonen echter ook in de moederfiguur heel wat beweging. Zo zijn de knieën op verschillende hoogte gepositioneerd, worden enkele vingers vrij gelaten bij het vasthouden van het boek en staat de voet van het voor het overige gepolijste geheel nonchalant gepositioneerd op de onbewerkte rots.
TOPSTUK
In 1514 schenkt het koppel Mouscron de sculptuur van Michelangelo aan de O.L.V. kerk onder de voorwaarde dat het er voor eeuwig zou blijven. Helaas wordt het werk tot 2 keer toe uit de kerk geroofd. De eerste keer wordt het beeld in 1794, tijdens de Franse Revolutie, naar Parijs gebracht. De Madonna keert pas terug naar Brugge na de nederlaag van Napoleon in Waterloo in 1816. Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt het beeld opnieuw geroofd. In de nacht van 6 op 7 september 1944 wikkelen Duitse soldaten het beeld in een matras en nemen ze het mee uit de kerk, samen met 11 kostbare schilderijen. Hitler wil de kunstwerken voor zijn toekomstig museum in Linz. De Duitsers verbergen in afwachting bijna 8.000 objecten in een zoutmijn in het Oostenrijkse Altaussee. Wanneer The Monuments Men de plek ontdekken op 16 mei 1945 verzamelen ze alle kunstwerken in München. Van daaruit vertrekt een transport richting Brussel waar de Madonna tijdelijk tentoongesteld wordt in het Museum voor Schone Kunsten. Na enkele bescheiden plechtigheden om de terugkomst te vieren, verhuist de Madonna in november 1945 definitief terug naar de Onze-Lieve-Vrouwekerk.
Dit kunstwerk is eigendom van de O.L.V. Kerk te Brugge en wordt beheerd door Musea Brugge.