Het poppenspel is eeuwenoud. In de Openbare Bibliotheek van Brugge ligt een 13de-eeuws handschrift met een afbeelding van een poppenkast. Lange tijd is het poppenspel volks vermaak: soms moraliserend maar vaak ook ruw en op het randje van obsceen. Poppenspelers willen vooral de mensen aan het lachen brengen en daarmee een centje verdienen.
In de jaren 1930 ontdekt een nieuwe generatie het plezier en de uitdrukkingskracht van het poppenspel. Het gaat nu om onderwijzers, pastoors en (klein)kunstenaars die de volkse traditie van het poppenspel nieuw leven willen inblazen en tot een hoger artistiek niveau brengen. Een moraliserende les is nooit ver weg. De nieuwe generatie poppenspelers heeft niets minder dan de ‘culturele opvoeding’ van het volk voor ogen.
Het Brugsch Poppenspel Den Uyl past perfect in dat plaatje: opgericht in 1942 door pastoor Jules Faes onder de leuze ‘Voor godsdienst, taal en vaderland’. Den Uyl staat in de beginjaren bekend als een van de meest vooruitstrevende en best uitgeruste poppentheaters van Vlaanderen. Die faam heeft het te danken aan zijn prachtige in hout gesneden poppen, kunstige decors en een - voor die tijd - indrukwekkend klank- en lichtspel. De poppen spreken ‘Algemeen Beschaafd Nederlands’.
Pastoor Faes is een overtuigd flamingant en noemt zijn poppentheater naar Tijl Uylenspiegel. Deze legendarische figuur staat aanvankelijk nog symbool voor de Belgische onafhankelijkheid. In de jaren 1930 kneden flaminganten hem om tot Vlaamse held. Tijl figureert ook in Poppenspel Den Uyl, maar niet als hoofdfiguur. Die rol is weggelegd voor Stekvooie, die de Brugse volksaard vertegenwoordigt. Dit toont mooi de spanning aan tussen een zich ontwikkelende Vlaamse identiteit en een sterk verankerde lokale identiteit.
Poppenspel Den Uyl illustreert ook op een minder fraaie manier de tijdsgeest. Sommige stukken getuigen van een diepgeworteld antisemitisme, dat wijdverbreid is in de jaren 1930 en 1940. De joden-figuur Izaak beantwoordt aan het stereotype beeld van de jood: met grote haakneus, lange baard en zwarte muts. Hij wordt afgebeeld als gierig, geldbelust en opvliegend. Opvallend is dat Poppenspel Den Uyl ook in de naoorlogse jaren de figuur van Izaak nog opvoert.
Rond het midden van de jaren vijftig hangt de eerste generatie spelers de poppen aan de wilgen. Tien jaar later begint Den Uyl een tweede leven; als bedrijfstheater van metaalfabriek La Brugeoise. De frequentie van de voorstellingen ligt duidelijk lager dan in de eerste periode en men richt zich hoofdzakelijk op kinderen. In 1982 treden de poppen van Den Uyl voor het laatst op.