7 - Spel en vermaak

7 - Spel en vermaak

Volkskundemuseum - vaste collectie
  • Speelgoed en vermaak is van alle tijden en klassen, maar kent pas na de jaren 1950 – met de opkomst van massaconsumptie - zo’n grote variatie aan mogelijkheden. Tot dan spelen kinderen voornamelijk met zelfgemaakt speelgoed uit recuperatiemateriaal en gebruiken verder hun fantasie om zich te vermaken. Ze spelen met ballen, tollen, diabolo’s, knikkers, jojo’s, bikkels, stokken en houten zwaarden… Hun grootste speelterrein bevindt zich buiten; ze klauteren in bomen of spelen verstoppertje. In de winter schaatsen ze op de bevroren vijvers of beekjes en met een steen of stuk krijt toveren ze een hinkelspel op de stoep. Hierbij hinkelen ze van de aarde naar de hemel, symbolisch voor de weg die hun zieltjes later ook zullen afleggen.

    Het oudste speelgoed bestaat uit klei of hout. Eind 18de eeuw komt daar kleurig bedrukt papier en karton bij, wat bijvoorbeeld gebruikt wordt bij de blokkenpuzzels. Vanaf de 19de eeuw wordt het door de technische vooruitgang mogelijk mechanisch speelgoed van blik te ontwerpen en te produceren. Door de industrialisering kan meer en meer speelgoed op grotere schaal in fabrieken gemaakt worden.

    Pas vanaf de 18de eeuw komt het ‘spelend leren’ in zwang, waarbij meer aandacht komt voor geestelijke en creatieve ontwikkeling. Zo zijn de eerste legpuzzels eigenlijk verknipte landkaarten, bedoeld om de kinderen aardrijkskunde bij te brengen. Ook sommige gezelschapsspelen, zoals in de vitrine te zien, spelen hierop in. Aan de hand van het spel leren kinderen de dagtaken van een missionaris in Congo kennen of de belangrijkste economische productieplaatsen in België ontdekken. Ook bouwdozen en constructiespeelgoed hebben een pedagogische waarde. Bij de prentblokkendozen moeten de kinderen nog vaste schema’s volgen, maar bij de echte bouwdozen leren ze zelf creatief en constructief hun ideeën uitwerken.

    Verder is het speelgoed vaak een weerspiegeling van het latere volwassen leven dat kinderen te wachten staat. Meisjes worden via het spel voorbereid op hun latere rol als vrouw en krijgen hierbij poppen en poppenhuizen met volledige interieurs (waaronder bijvoorbeeld minifornuizen en keukengerei) om de organisatie in het huishouden te leren kennen.

    Jongens worden vooral aangetrokken tot het oorlogsspel, waarbij tinnen soldaatjes en speelgoedgeweren onontbeerlijk zijn om beroemde veldslagen na te spelen.

  • Bikkels duiken reeds op bij de oude Grieken, waar ze gebruikt worden om de toekomst te voorspellen. Bikkels zijn oorspronkelijk de ‘sprongbeentjes’ van een schaap. Later worden ze ook in metaal gemaakt, maar de vorm blijft min of meer dezelfde. De vier verschillende zijden van een bikkel hebben ook een andere puntenwaarde, waardoor de bikkels ook als dobbelstenen dienst kunnen doen. Bij het bikkelen moeten vijf bikkels opgegooid worden en opgevangen worden met de rug van de hand.

  • Een populair gokspel is het anker- en zonspel. Het spel bestaat uit een spelbord en drie teerlingen, met daarop dezelfde symbolen afgebeeld. Spelers zetten geld in op een van de symbolen en werpen met de dobbelstenen. Indien de dobbelstenen dit symbool aanduiden, dan wint men het ingezette bedrag per dobbelsteen die dit symbool aanduiden. Het ingezette geld, dat na het uitbetalen op het spelbord overblijft, gaat naar de bankier. Als de „champetter” passeert, kan het spelbord snel worden toegeklapt en opgeborgen.

  • In de vitrine en aan de muur ziet u enkele ganzenborden. Het ganzenbord, met de gans als gelukssymbool, is één van de oudste populaire bordspelen. Het schetst de gemiddelde levensloop van de mens in 63 vakken, die men zo snel mogelijk moet doorlopen, en ondertussen gevaar en tegenspoed moet trotseren zoals de gevangenis of de put.

Bekijk in het
Nederlands
  • Deutsch
  • English
  • Español
  • Français
1/4
  • Bikkels
  • Anker en zon
  • Ganzenbord

In detail

Volgend thema Terug naar overzicht
Sluiten

Zoek op Musea Brugge

Volg ons op

Facebook Youtube Linkedin Instagram TikTok