Tot na de Tweede Wereldoorlog is het gebruikelijk om een hoed te dragen. In combinatie met handschoenen is het een toonbeeld van goed fatsoen. Zowel mannen als vrouwen dragen er een: 's winters tegen de kou en in de zomer om zich te beschermen tegen de zon. Een zongebruinde huid is namelijk niet echt ‘in’, want een teken dat men buiten werkt en dus handenarbeid doet.
Het is niet zo eenvoudig om een hoed te maken en ook erg arbeidsintensief. Lange tijd is het bovendien een gevaarlijke job, omdat tijdens het verwerkingsproces van de huiden kwikdampen vrijkomen. Gelukkig is tegen het einde van de 19de eeuw dat gevaar verdwenen.
De basisstof van de meeste hoeden is vilt, een niet-geweven textielsoort gemaakt van samengeperst dierenhaar of wol. Elke soort kan vervilt worden, maar konijn, bever, kameel en natuurlijk ook schapenwol zijn het populairst.
Omdat de hoedenmaker een hoed altijd op maat maakt, ziet u in het atelier heel wat pasvormen staan. Nadat hij uw hoofd gemeten heeft, neemt hij de juiste mal uit het rek en gaat aan het werk. Eerst bevochtigt hij het vilt met warm water waarin hij gelatine oploste. Hij spant het vilt over de hoedvorm en laat alles goed drogen, waarbij ook de gelatine opstijft. De rand knipt hij af en vervangt hij door een aangenaaide hoedenrand. Ook in die positie moet de hoed stevig aangedrukt op de pasvorm blijven staan, afkoelen en drogen.
De afwerking kan een eenvoudige stoffen boord aan de rand zijn of een band met strik. Vrouwenmodellen zijn vaak frivoler versierd met veren of bloemen. De binnenrand krijgt een lederen strook. Die zorgt ervoor dat de hoed niet uitrekt en zijn pasvorm verliest. In duurdere hoeden komt bovendien een zijden binnenvoering.
De hoeden die u in dit atelier ziet, zijn schenkingen van drie Brugse hoedenmakers: J. en A. Hellebaut-Bassens, Florent Machiels en ‘Nella’ Cornelia Vertriest.
In de vitrine kunt u een deel van Nella’s collectie bewonderen. Ze is vooral gekend voor haar dameshoeden in allerlei stoffen, verstevigd met juteweefsel. Linksboven in deze vitrine staan ook enkele veel oudere dameshoeden. Ze zijn zo’n 150 jaar geleden gemaakt uit gevlochten rietstroken.