9 - De herberg

9 - De herberg

Volkskundemuseum - vaste collectie
  • Museumherberg ‘In de Zwarte Kat’ is ingericht als een typisch volks café uit de late 19de eeuw. Brugge telt omstreeks 1900 maar liefst 1296 drankhuizen. Eén op acht huizen is een café! Vooral in de armere volksbuurten, zoals hier in Sint-Anna, schieten de ‘staminees’ en jeneverkroegjes als paddenstoelen uit de grond. Buurtbewoners treffen elkaar om hun zorgen te delen en weg te drinken.

    Bij feestelijkheden, zoals kermis, wijkfeesten en huwelijken, wordt er in de cafés gedanst. Om te kunnen dansen, moet er natuurlijk muziek zijn. Vóór 1850 is de viool hét café-instrument bij uitstek. Daarna wordt de verscheidenheid aan instrumenten groter: piano, draaiorgel, orchestrion (mechanische orgel), harmonium, accordeon… In 1913 hebben zeven Brugse cafés een pianola als vast instrument: een mechanische cilinderpiano die een tiental melodietjes speelt. In de museumherberg staat een zeldzaam bewaard exemplaar uit 1910.

    Het hoge alcoholgebruik van de volksklasse verontrust de burgerij en het stadsbestuur. De meer gegoede klasse ontmoet elkaar in de chique koffiehuizen of cafés op de Markt en in de betere handelsstraten. Ze hebben mooi klinkende namen zoals "Grand Café", "Au Panier d'Or" of "Café Royal".

    De naam van de herberg herinnert aan het eerste cabaret in Parijs, Chat Noir (1881), en aan de gelijknamige Brugse Literaire Kring. Net als haar Parijse voorbeeld, brengt de Zwarte Kat een cultureel geïnteresseerd publiek bijeen voor literaire voordrachten, concerten en tentoonstellingen. Hun vergaderlokaal is een achterzaaltje van café Au lion belge in de Langestraat. In de museumherberg zijn enkele relicten van de Zwarte Kat bewaard: de sprekerston (1898) en een grote affiche naar ontwerp van Théophile Steinlen (1896).

    De Brugse variant van Théophile Steinlens affiche is ondertussen bijna even gekend als het Parijse origineel. ‘Hier in de Zwarte Kat is te bekomen droog en nat’ mag u voor waarheid nemen. Ook vandaag kunt u hier halt houden voor een drankje en hapje. De vrijwilligers van de herberg helpen u graag bij uw keuze van een heerlijk streekbier.

  • Bovenop het glazenrek staat een zageman, een metalen mannetje met een lange zaag die in beweging kan worden gezet aan de zijkant van een tafel of toog. Dit is en subtiele hint voor de aanwezige tooghangers om duidelijk te maken dat het tijd is om naar huis te gaan en dat het café gaat sluiten. Zolang de zageman in beweging is, kan men nog zijn biertje uitdrinken. Nadien moesten ze niet zagen en (recht?) naar huis gaan.

  • De pianola of tingeltangel is een typisch café-instrument, waarvan er weinig zijn bewaard. De muziek is vastgelegd in rollen van papier met gaatjes, vergelijkbaar met de boeken van een draaiorgel. Via een pneumatisch systeem speelt de piano vanzelf. Hoe de tingeltangel klinkt, ontdek je als je er 20 cent inwerpt.

    Tegelijk met de pianola komt de grammofoon tot ontwikkeling. De komst van de elektrische platenspelers met versterking en de radio luidt het einde in van het pianolatijdperk. Vanaf 1950 verschijnen de eerste jukeboxen in het Brugse uitgaansleven.

  • Achter de sprekerston hangt een rolschilderij (1896) van Victor De Loose, lid van Kunstgenegen. Kunstgenegen was een artistiek genootschap met zetel in café Vlissinghe. Het schilderij toont 15 taferelen, die overeenkomen met 15 strofen van het liedje “Van de vogel en de vis”. Het is een stapellied, waarbij telkens een couplet wordt toegevoegd en alle eerdere coupletten worden herhaald, meestal in omgekeerde volgorde. Een bekend voorbeeld is ‘De boom staat op de bergen’.

    “Van de vogel en de vis” is het lijflied van de Kring “Kunstgenegen”. Later komt het rolschilderij in bezit van de boldersmaatschappij van café Vlissinghe, “De Parispointen”. In 1982 wordt het geschonken aan het museum.

  • Een typische cafétraditie in de 19de eeuw is het kroegsparen. In veel herbergen is er een spaarmaatschappij gevestigd. De leden deponeren op geregelde tijdstippen enkele spaarcenten in het spaarbakje. De kasmeester verzamelt het geld en gaat ermee naar één of andere instelling: postkantoor, ASLK (1865) waar het geld intrest opbrengt. Met het verzamelde geld wordt dan jaarlijks een feestje of een excursie georganiseerd.

  • Schrik niet! Aristide is de zwarte huiskat van dit museum. Hij dankt zijn naam aan Aristide Bruant (1851-1925), die in het Parijse cabaret ‘Chat Noir’ op Montmartre de bekende ballade ‘Autour du Chat Noir’ zong. Al sinds 1984 loopt er in het Volkskundemuseum een zwarte kater rond. De huidige kater draagt de titel Aristide IV.

    Zwarte katten doen het goed in het volksgeloof. Bij ons staat het beestje symbool voor het kwade en is het een ongeluksbrenger, terwijl het voor de Britten juist gelukt brengt. Weer anderen zien er het alter ego van een heks in. En u?

Bekijk in het
Nederlands
  • Deutsch
  • English
  • Español
  • Français
1/6
  • De herberg
  • Zageman
  • Pianola
  • Rollied
  • Spaarkas
  • Aristide IV

In detail

Volgend thema Terug naar overzicht
Sluiten

Zoek op Musea Brugge

Volg ons op

Facebook Youtube Linkedin Instagram TikTok