Welkom in het gratis gedeelte van de Onze-Lieve Vrouwekerk! De Onze-Lieve-Vrouwekerk is een van de oudste bidplaatsen in Brugge. De 115,6 meter hoge, volledig in baksteen opgetrokken toren is een ware stempel in het Brugse stadsgezicht. De Onze-Lieve-Vrouwekerk, een van de hoogste gebouwen in België, is zelfs het op een na hoogste bakstenen gebouw ter wereld. Laat dus je betoveren door dit prachtig staaltje architectuur en verken de historische werken die hier voor jou zijn uitgestald.
Geniet van uw bezoek!
Gaspar de Crayer (1584-1669) staat bekend om zijn reusachtige altaarstukken. Hier heeft hij het bezoek van de herders aan het kindje Jezus afgebeeld, een populair thema in de schilderkunst. De Crayer maakte dit werk voor de inmiddels verdwenen cisterciënzerabdij van het Waalse Florival. De knielende dames rechts zijn de opdrachtgevers: abdis Joanna Colibrant en een medezuster. Zij aanbidden het kind. Op de voorgrond knielen drie heiligen: Benedictus van Nursia, Bernardus van Clairvaux en de heilige Helena. Hoog tussen de wolken is God te zien. De duif in de lichtkrans symboliseert de Heilige Geest.
Dit beeld van Maria met Kind komt uit de Sint-Donaaskathedraal, die op de Burg stond maar rond 1800 werd gesloopt. Het beeld is vermoedelijk van de Brugse beeldhouwer Pieter Pepers.
Deze ruimte was vroeger de kapel van de rederijkerskamer van de drie Sanctinnen. Rederijkerskamers waren gilden van toneelschrijvers en dichters die met elkaar wedijverden tijdens spectaculaire opvoeringen. De kamer ontleende zijn naam aan drie Sanctinnen of vrouwelijke heiligen: Maria Magdalena, Barbara en Catharina van Alexandrië. Ze zijn afgebeeld op het schilderij achter het Mariabeeld. Alle drie hebben ze geleden voor hun geloof, maar zijn ze beloond met heiligheid. De spreuk bovenaan de lijst verwijst daarnaar: Die lydt, verwint (‘wie lijdt, overwint’). Niet toevallig is dat ook de leuze van de kamer van de drie Sanctinnen.
Dit reliek bevat een stuk gebeente van een arm van Antonius, een heilige uit de eerste eeuwen van het christendom. Antonius (251-356) trok zich terug in de woestijn om zich aan het gebed te wijden. Na een tijd kreeg hij het gezelschap van andere kluizenaars, die hij begon te onderrichten. Daarom wordt hij beschouwd als de vader van het kloosterleven. Hij wordt ook aangeroepen tegen besmettelijke ziekten zoals de pest. In 1531 koos Brugge hem als pestpatroon - de heilige die de stad moest beschermen tegen deze vreselijke epidemie. Links van de reliekarm staat een beeld van hem.
Op dit doek zweeft Maria tussen hemel en aarde omringd door engelen. Ze bemiddelt bij de Heilige Drie-eenheid boven haar (God de Vader, Jezus en de Heilige Geest) voor de zondaars op aarde. Op de voorgrond zien we drie heiligen met hun kenmerkende attributen: koning David met zijn kroon en scepter, Petrus met twee sleutels, en Maria Magdalena met een oliekruikje. Die keuze is niet toevallig: de Bijbel beschrijft hoe ze alle drie gezondigd hebben en God om vergiffenis smeken. Ze kijken reikhalzend naar de hemel en vertrouwen op Maria om voor hen ten beste te spreken.
Tegenwoordig zijn we gewend aan kerken met witte muren, maar in de middeleeuwen waren die vaak beschilderd met afbeeldingen van heiligen en liturgische taferelen. Deze kleurrijke, laatmiddeleeuwse sporen werden teruggevonden tijdens de restauratie van de kerk, tussen 2012 en 2020. Boven een rood gordijn met gouden motieven zie je vier musicerende engelen. Om de hoek, op een smaller stuk muur, herken je Veronica: de vrouw die de lijdende Christus zou hebben getroost door met een doek het bloed en zweet uit zijn gezicht te vegen. Je ziet hoe Christus’ gelaatstrekken op miraculeuze wijze in de doek bewaard zijn gebleven.
In de 16de eeuw scheurden de protestanten zich af van de Katholieke Kerk. Die reageerde met een ingrijpende hervorming: de contrareformatie. Er kwam meer nadruk te liggen op geloofsonderricht, en de preekstoel kreeg een prominente plek in de kerk.
Deze preekstoel uit de vroege rococo rust op een vrouwenfiguur. Die toont een vers uit het Bijbelboek Spreuken en verkondigt het geloof aan de wereld. De kuip, waar de predikant in plaatsnam, is versierd met episodes uit het Nieuwe Testament. Engelen tonen de vier evangeliën. Boven de kuip hangt het klankbord: dat zorgde ervoor dat de gelovigen de preek goed konden horen. Het wordt bekroond door een beeld van de Waarheid (‘Veritas’).
De Onze-Lieve-Vrouwekerk heeft een lange bouwgeschiedenis. De eerste, romaanse kerk wordt waarschijnlijk tussen 850 en 875 opgetrokken. Er is enkel een funderingsmuur van bewaard. In de 12de eeuw komt er een vroeggotisch schip, waar later een kooromgang en kapellen in klassieke Franse gotiek aan worden gebouwd. Ook de volgende eeuwen wordt er verbouwd en wordt het interieur vernieuwd.
Dit schilderij toont hoe de kerk er in de 17de eeuw uitzag. Let vooral op het doksaal, de wand met het grote kruis erop die het schip afscheidt van het koor. Het dateert uit het einde van de 16de eeuw, maar moet in de 18de eeuw plaats ruimen voor het huidige, barokke doksaal. De preekstoel verschilt ook van het exemplaar dat je vandaag ziet.