In het leven van de middeleeuwse mensen bepaalde het geloof alles. Van de wieg tot het graf. Christelijke feesten deelden het jaar in, mensen beleefden hun geloof in de kerk, op bedevaarten, tijdens processies, en elke dag werd er gebeden tot God, Jezus, Maria en de vele heiligen. Ook in de privésfeer. Alles wat je deed en dacht stond in het teken van het leven na de dood. Daar werd je gestraft of beloond voor je leven hier op aarde.
De luxeobjecten die je hier ziet, getuigen van dat geloof bij de toplaag. Om hun huiselijke gebeden te verdiepen gebruikten deze burgers voorwerpen. Zo is het kruis hét symbool van het christendom: Jezus Christus is aan het kruis gestorven om de mensheid te redden.
Wie het zich kon permitteren, kocht ook een schilderij of beeld van bijvoorbeeld Maria met het kind Jezus, of van de lijdende Christus. Door zo’n visuele voorstelling kon je je makkelijker inleven. Men gebruikte ook een zogenaamd getijdenboek, zoals je er hier een ziet liggen: een handschrift met teksten van gebeden die je op welbepaalde momenten las en opzei.
Eerbiedig knielen deed je op een bid- of knielbank. Op dit Brugse exemplaar staan bovenaan de namen Jhesus en Maria.