Dit is barones Augusta Liedts. Zij sterft op haar 35ste en heeft dan al een uitgelezen collectie kant verzameld. Vier jaar na haar dood schenkt haar man die in 1889 aan de stad. Brugge heeft immers een rijke en levendige kanttraditie.
De collectie is nagenoeg meteen te bewonderen in deze zaal van het museum, dat in zijn beginjaren zelfs ‘Museum van de Kant’ heet! Als dank laat de stad deze witmarmeren buste van Augusta Liedts maken. De kantcollectie van het museum, goed voor zowat 1200 stuks, is intussen fel uitgebreid met andere schenkingen en aankopen.
Mevrouw Liedts draagt een sjaal van kant, en ook de halsuitsnijding van haar kleed is met kant afgezet. Zo belanden we via haar en haar collectie bij het thema van deze zaal: hoe welgestelde Bruggelingen hun kledij met kant verfraaien, en ook met, borduurwerk en andere accessoires. We richten ons op de jaren 1600, 1700 en begin 1800.
Kant ontstaat als randversiering, van mouwen en halsboorden. De kantjes dus, vandaar het woord. In de loop van de jaren evolueert kant tot een bont geheel met diverse soorten toepassingen, opeenvolgende modes, nieuwe technieken, lokale tradities... Je ontdekt in deze zaal hoe veelzijdig kant is en hoe vrouwen en mannen het hebben gedragen. Aan de wand brengt de portrettenverzameling een heus defilé van kantdragers en -draagsters. Brugge staat tot op vandaag wereldwijd bekend als een trots kantcentrum.
Wat is hier allemaal te zien? Mouwstroken, kragen, mutsen, sjaals, zakdoeken, mutsenbollen, waaiers, mutsenslippen