Verbluffend realisme: daar staat Jan van Eyck om bekend, en terecht. Dit paneel is na het Gentse Lam Gods zijn tweede grootste. Je blijft kijken en ontdekken. Weet ook dat de lijst-met-tekst de oorspronkelijke is!
Het is 1434. Joris van der Paele, de knielende oude man in zijn witte koorhemd, is ernstig ziek. Deze Brugse kanunnik van de Sint-Donaaskerk heeft er een lange carrière in het Vaticaan op zitten. Hij doet een schenking aan zijn Sint-Donaaskerk: er zullen missen worden gelezen én Jan van Eyck zal voor bij Vander Paeles graf dit werk maken. Zo zullen mensen hem blijven gedenken.
De kanunnik heeft zijn leesbril afgezet – je kunt door de brillenglazen kijken! Achter hem beveelt z’n naamheilige, de heilige Joris, hem aan bij Maria en Jezus. Kijk naar de reflecties op Joris’ harnas en helm! Tegenover hen staat Donaas, de patroonheilige van de Sint-Donaaskerk, die overigens rond 1800 is afgebroken. Let op Donaas’ sublieme koormantel in goudbrokaat met apostelfiguren. In het midden tronen Maria en Jezus voor een baldakijn in brokaat. Het oosterse tapijt voor hen heeft verrafelde randen.
We zijn in een kerk en Maria zit op de plaats van het altaar, de plek waar tijdens de eucharistie Jezus’ dood en verrijzenis worden herbeleefd. Daardoor verloste Christus de mensheid van de erfzonde van Adam en Eva. Hén ziet u op Maria’s troon, onder voorstellingen van Kain en Abel en van Simson en de leeuw. Ook op de kapitelen van de zuilen zijn taferelen uit het Oude Testament afgebeeld.
We bewonderen Van Eycks verbluffende realisme. Tegelijk kijken we naar het werk van een gelovige intellectueel. En naar een visioen. De kanunnik ziet Maria, Jezus en de twee heiligen voor zijn geestesoog. De schildersogen van Jan van Eyck maakten er een wereldschilderij van.