Het landleven bij de rivier de Leie is hét thema van Emile Claus. Zijn landschappen baden in het zonlicht en zijn meestal bevolkt, hier door een jonge vrouw en kind en een man in een boot. Claus plaatst de personages vooraan in tegenlicht, waardoor hun silhouetten vervagen. Zo worden ze één met het landschap. De wilde oeverbegroeiing, geschilderd in een losse, impressionistische toets, gebruikt Claus als repoussoir.
Het kleurrijke landleven, bij de rivier de Leie, de natuur badend in het zonlicht: dat is hét thema van de populaire schilder Emile Claus. Dit is een vroeg werk van hem, uit circa 1885. Claus reisde dan al naar Spanje en Noord-Afrika, waar hij in de ban raakte van het zuiderse licht. Enkele jaren later zal hij in Parijs kennismaken met werk van de Franse impressionisten, zoals Monet. Hun ideeën over het licht als hoofdpersonage beïnvloeden vanaf dan mee Claus’ werk.
Ook op dit doek bepaalt het licht de sfeer. We zijn in Astene, een dorpje bij Deinze, tussen Gent en Kortrijk, aan de Leieoevers. Claus brengt er al enkele jaren de zomers door en gaat er een jaar later, in 1886, permanent wonen. In Villa Zonneschijn, een oud landhuis. Dat wordt een ontmoetingsplek voor kunstenaars.
Op de Leieoevers groeien distels, en die gebruikt Claus vooraan in zijn compositie. Hij schildert ze met een losse toets. Zoals meestal bij hem is het landschap bevolkt, hier door een jonge vrouw en een kind. Meer op de achtergrond zien we nog een man met een boot. De vrouw en het kind staan in tegenlicht en zijn perfect in het landschap geïntegreerd.
Met z’n personages brengt Claus een ‘verhalend’ aspect in zijn landschappen. Dat verhalende, realistische, herkenbare kenmerkt veel Belgische schilderkunst. Ook in Claus’ impressionisme is dat het geval. De impressionistische variant waarvan hij de belangrijkste vertegenwoordiger wordt heeft een eigen naam: luminisme, naar het Latijnse woord voor ‘licht’, lumen.