Kijk op dit drukbevolkte paneel eerst even onder de triomfwagen, met ezels als trekdieren. Daar worden wapens verpletterd. Enkele ongure figuren, zoals de liggende naakte man, proberen dat te beletten, vergeefs. Op de wagen zit onder meer Vrede. Zij houdt een palmtak in haar hand.
Pieter Claeissens de jonge schilderde dit werk tussen 9 januari 1577 en 2 september 1578, naar aanleiding van een vredesakkoord tijdens de godsdienstoorlogen: Spanje en de Nederlanden sloten die Unie van Brussel in januari 1577. De triomfwagen rijdt in de richting van de Zeventien Provinciën, zeg maar: de Lage Landen. Hier zijn dat 17 knielende vrouwen.
Boven hen wordt op de achtergrond gevochten. De vrede is dus nog fragiel. Wie er vecht, vertellen de Latijnse woorden: Furor of Woede, Violentia of Geweld, Discordia of Tweedracht. Ratio of Rede en Populus of het Volk zijn hun tegenstanders. De drietalige tekst onderaan vertelt wat we zien.
Wie zijn de dertien mannen in eigentijdse kleren achter de triomfwagen? Misschien de 12 schepenen van Brugge met de burgemeester? Hij loopt vooraan en alleen hem kennen we, dankzij een bewaard portret van hem: burgemeester Joris van Brakele ondertekende mee het vredesakkoord. Dit schilderij was vermoedelijk bestemd voor het Brugse stadhuis. De maker liet zich voor de compositie inspireren door een prent.
De vrede was tijdelijk, zoals we intussen weten. De Tachtigjarige Oorlog werd snel hervat en zou nog decennia aanslepen.