In Brugge werd de schilderkunst van de 17de eeuw gedomineerd door Jacob van Oost I. Hij verbleef enkele jaren in Italië, waar hij sterk werd beïnvloed door het werk van Caravaggio. In de geest van de contrareformatie schilderde Van Oost talrijke altaarstukken voor Brugse kerken en kloosters. Daarnaast was hij actief als portretschilder van de burgerij. Ook zijn zoon Jacob van Oost II maakte naam als Brugs portret- en historieschilder.
De Vlaamse barokschilderkunst vertoont een opmerkelijke tendens tot specialisatie. In de grote kunstencentra Antwerpen en Brussel legden sommige kunstenaars zich toe op monumentale historiestukken: historische, Bijbelse of mythologische taferelen.
Andere schilders specialiseerden zich in portretten, landschappen, genrestukken – schilderijen van alledaagse taferelen - of stillevens. Schilders vervolmaakten zich in subgenres van het stilleven, zoals het bloemstuk, het fruitstilleven, het dierstuk of het trompe l’oeil-stilleven, waarin vaak vanitas- of vergankelijkheidsymboliek werd verwerkt.
De diverse genres waren in trek bij kunstverzamelaars en maakten een prominent deel uit van hun kunst- en wonderkamers.
Foto's © artinflanders.be
De talentvolle, in Haarlem opgeleide portretschilder Peter Lely bouwde zijn carrière uit in Engeland. Hij volgde er Anthony van Dyck op als portretschilder van de adel en het koninklijk hof. In dit sobere portret gaat alle aandacht naar de indringende blik van Samuel Crew, een telg uit een voorname familie uit Northamptonshire.
U ziet het ongetwijfeld ook meteen: dit is een werk van een bijzonder talentvolle portretschilder. Kijk naar de indringende blik van deze jongeman, z’n gezicht, z’n haar, zijn prachtig weergegeven kleren… Dit is een individu. Hij is net niet centraal geschilderd, waardoor dit portret minder stijf oogt, en de achtergrond is sober. Alle aandacht gaat naar deze Samuel Crew uit Northamptonshire, een telg uit een voorname familie. Tenzij het zijn broer Nathaniel is?
Hoe dan ook, we bevinden ons in Engeland als rond 1650 dit doek wordt gemaakt. Daar werkt sinds een tiental jaar de schilder: Peter Lely. Lely is opgeleid in Haarlem maar bouwt zijn carrière uit in Engeland. Bij de adel en aan het koninklijk hof is de portretkunst er bijzonder geliefd. Daar speelde een Vlaamse schilder een grote rol in: Anthony van Dyck. Lely volgt Van Dyck na diens vroege dood in 1640 op als hofschilder.
Lely vergat zijn opleiding in Haarlem niet – dat zie je aan zijn sobere portretten, in de traditie van Frans Hals – maar hij heeft ook het werk van Van Dyck goed bestudeerd. Op zijn beurt wordt hij een van de belangrijkste portretschilders van de Engelse adel. Om aan de grote vraag te voldoen werkt hij met een goed geolied atelier. Maar dít portret van Samuel of Nathaniel Crew is volledig van zijn hand.
Jacob van Oost II maakte net als zijn vader naam als portret- en historieschilder. In dit busteportret beeldt hij een in het zwart geklede man af in driekwartshouding. Volgens een opschrift op de achterzijde zou het gaan om een vriend van de kunstenaar.
Jacob van Oost I, Brugges belangrijkste barokkunstenaar, toont hier zijn talent als portretschilder van de burgerij. François Lamoral Baltijn wordt afgebeeld met zijn tweede echtgenote, zijn vier kinderen, hun min en de tuinman. Van Oost heeft de leeftijden van de familieleden in het portret verwerkt. Trots wijst de pater familias naar zijn familie en landgoed. Het etaleren van welvaart en status primeert.
Wie zich laat portretteren, wil vaak uitpakken met zijn of haar status. Zeker als je een duur, groots familieportret bestelt. Kijk naar deze imposant in beeld gebrachte pater familias: op zijn chique terras is hij zichtbaar trots op zijn gezin én op zijn landgoed. De man is 46: dat verklapt de hak van zijn schoen. Tussen zijn kuiten lezen we wanneer dit doek is gemaakt: 1645. Zijn vrouw is twintig jaar jonger, verraadt haar waaier. Ook van de vier kinderen kunnen we uitvissen hoe oud ze zijn. Ongetwijfeld komen de twee oudste uit een eerder huwelijk van de man. De twee mensen links zijn huispersoneel: een kindermeisje en een tuinman.
Sinds kort weten we dankzij archiefonderzoek wie deze mensen vermoedelijk zijn. We kijken naar François Lamoral Baltijn en zijn tweede vrouw Magdalena Godefroict, welgestelde Bruggelingen die in 1645 in Sint-Andries bij Brugge een buitengoed verwerven. Dit groepsportret wordt dan ook niet toevallig in dat jaar gemaakt. Aan de horizon ziet u de Brugse skyline.
Portretschilder Jacob van Oost is niet de eerste de beste: Van Oost is Brugges belangrijkste schilder in de 17de eeuw. Hij maakt portretten van Brugse burgers en schildert altaarstukken voor Brugse kerken en kloosters. In de jaren 1620 verbleef de jonge Van Oost in Italië, waar hij kennismaakte met Caravaggio en diens navolgers. Hun realisme en spel met licht en donker hebben zijn stijl sterk beïnvloed.
De 17de eeuw was een bloeitijd voor het kinderportret in de Nederlanden. Op dit portret van een van Rembrandts meest getalenteerde leerlingen dragen de jongste kinderen een attribuut met een allegorische betekenis. De appelen verwijzen naar de vruchtbaarheid van het gezin, de hond naar de trouw die de gezinsleden verbindt, het zweepje om een tol te doen draaien naar de leiding die een kind moest krijgen.
Een theoloog leest de conciliebesluiten en becommentarieert ze, terwijl zijn secretaris ijverig noteert. De compositie versterkt de contrareformatorische boodschap. Links is de Kerk vertegenwoordigd door de documenten van het concilie op een lezenaar met gesculpteerde calvarie. Rechts staat de wereldbol prominent op een kleurrijk tafelkleed. De geestelijke, waarschijnlijk een jezuïet, is letterlijk de bemiddelaar tussen de Kerk en de wereld, aan wie hij de geschriften verduidelijkt.