Raoul De Keyser, die in 2012 overleed, is internationaal een van Belgiës belangrijkste hedendaagse kunstenaars. De Keyser liet zich in zijn werk vooral inspireren door zijn dagelijkse dichte omgeving in Deinze: het plaatselijke groene voetbalveld met zijn witte kalklijnen, details in zijn eigen huis… Gaandeweg werd die omgeving steeds minimaler, minder anekdotisch en daardoor universeler. Abstracter ook, zonder helemaal abstract te worden. Het werd ‘de schoonheid van bijna niets’, zoals een kunstcriticus schreef over De Keysers poëtische, stille, subtiele werk.
De Keyser varieerde op thema’s en bleef zichzelf vernieuwen. Je ziet hem in zijn penseelstreken zoeken, haperen, zich vergissen en opnieuw proberen: de fysieke daad van het schilderen was voor hem een essentieel onderdeel van zijn werk. Dat is meteen een uitnodiging om nauwgezet toe te kijken. En nieuwe lagen te zien.
De Keyser volgde ooit les bij Roger Raveel, van wie het museum ook werk bezit. Raveel en De Keyser werkten ook samen. Net als De Keyser was Raveel een honkvaste kunstenaar. Zijn eigen leefomgeving was het schildersalfabet waarmee hij aan de slag ging. De Nieuwe Visie, zo werd die aanpak genoemd.