Fabricante
Pierre Rousseau (tekenaar), naar afgietsel van beeld van MichelangeloPeríodo y fecha
19de eeuwAcademische studie naar sculptuur van de stervende slaaf, getekend door Pierre Rousseau in 1824. Rousseau was afkomstig uit Izegem en maakte deze studie als leerling in de klas naar plaaster aan de Academie Brugge. Hij behaalde toen de eerste prijs van zijn klas. François Tramaseur werd tweede (SAB, Academie, nr. 19; nr. 90). Het standbeeld van de stervende slaaf is voluit en frontaal afgebeeld. De naakte man staat in contraposthouding, zijn linkerbeen geplooid omdat zijn voet wat hoger staat. Hij is naakt, maar over zijn borst en ter hoogte van zijn schaamstreek hangt een stoffen lint. Hij houdt zijn rechterhand ter hoogte van zijn borst en zijn andere hand bovenop zijn hoofd. Het hoofd van de slaaf hangt naar opzij, de ogen gesloten. Rousseau tekende naar [een plaaster van] het standbeeld van de stervende slaaf van Michelangelo, vandaag in de collectie van het Louvre. Hij maakte zijn studie in zwart krijt of houtskool, met hoogsels wit krijt. De aantekeningen op de studie tonen aan dat ze voor een wedstrijd werd gemaakt. Het toegewezen nummer '3.', waaronder Rousseau anoniem tekende, staat linksboven op het verlijmde etiket. Daar zijn ook de academiestempel en handtekening van directeur Joseph François Ducq te zien. Dat Rousseau eerste werd in de prijswedstrijd, werd linksonder (cf. J) genoteerd. Nadien werden zijn naam, afkomst en de datering hieraan toegevoegd. Voor deze prijswedstrijd maakten de leerlingen elk twee studies: een naar het standbeeld van de stervende slaaf en een naar een buste van Dionysus. Ook de tweede studie van Rousseau bleef bewaard (0016.GRO0178.II). Daarnaast maken ook beide studies van secondus François Tramaseur deel uit van deze collectie academietekeningen (0016.GRO0180.II ; 0016.GRO0181.II). Hoewel er dat jaar prijzen werden uitgereikt, blijkt uit een notitie dat het niveau voor de wedstrijden van 1824 ondermaats lag. De leraren zouden hun leerlingen de komende jaren toch meer moeten aanmoedigen anders ging de academie 'met groote schreven tot haeren onderganck' (SAB, Academie, nr. 90)